4.18In het deskundigenrapport wordt over de gevolgen van een Neospora-besmetting voor een melkveehouderij – samengevat en voor zover met het oog op de vraag naar de verminderde gebruikswaarde relevant – het volgende opgemerkt:
- ( onder 1) Abortus is belangrijkste klinische bevinding met een piek op 5-6 mnd. dracht.
- ( onder 1) Chronisch besmette Neospora dieren hebben een twee tot drie maal grotere kans om te aborteren ten opzichte van niet besmette dieren, maar ook 7,4 grotere kans bij congenitaal geïnfecteerde vaarzen is beschreven.
- ( onder 1) Een verhoogd afvoerpercentage. Seropositieve dieren hebben een 1,4 - 1,7 grotere kans om afgevoerd te worden.
- ( onder 1) Bij de introductie van een nieuwe besmetting van een niet besmet dier is vroeg embryonale sterfte te verwachten echter niet bij dieren die chronisch besmet zijn.
- ( onder 2) Dieren die verwerpen zullen in eerste instantie een melkproductie verhoging laten zien, echter de gemiddelde melkproductie per dag over de gehele lactatie zal lager zijn indien de dieren opnieuw drachtig worden en daardoor een verlengde tussenkalftijd hebben.
- ( onder 4) Dieren die verwerpen zijn minder geschikt voor de melkproductie en zullen meestal worden afgevoerd. Dit is mede afhankelijk van leeftijd, fokwaarde, lactatiestadium, persistentie van melkproductie, lactatiewaarde en quotum.
- ( onder 5) Een rund dat voor de geboorte is besmet, is minder geschikt voor de fokkerij in verband met twee tot drie keer verhoogde abortus.
- ( onder 5) Runderen die na de geboorte zijn besmet kunnen de besmetting weer kwijt raken en zijn dan niet blijvend ongeschikt. Wel zijn de nakomelingen, die ten tijde van de besmetting uit dit dier werden geboren, geïnfecteerd en blijvend minder geschikt. Niet alle dieren die na de geboorte zijn besmet, raken de besmetting kwijt.
- ( onder 6) Vrouwelijk jongvee dat is besmet is minder geschikt voor de melkproductie en de fokkerij vanwege een verhoogd risico op abortus van zichzelf en haar besmette nakomelingen.
- ( onder 6) Vrouwelijk jongvee dat niet verwerpt is niet minder geschikt voor de melkproductie.
- ( onder 7) Wat betreft geïnfecteerde dieren die verwerpen is de waardevermindering sterk afhankelijk van het moment van verwerpen. Bij dieren die verwerpen in de tweede helft van de dracht is het niet of nauwelijks verantwoord en zinvol om de dieren opnieuw te insemineren en door te houden. Dat betekent dat de gebruikswaarde van het dier verandert in slachtwaarde.
- ( onder 7) Bij dieren die in het begin van de dracht verwerpen is het in veel gevallen zeker zinvol en verantwoord om het dier opnieuw te insemineren. Waar exact het omslagpunt ligt is zeer moeilijk aan te geven omdat dat afhankelijk is van zeer veel factoren. Onder meer spelen een rol de leeftijd van het dier, productie, andere gezondheidsfactoren.
- ( onder 7) Bij geïnfecteerde dieren die niet verwerpen is er geen waardevermindering wat betreft de productie, maar wel blijft er sprake van waardevermindering omdat het dier niet geschikt is voor de fokkerij.
- ( onder 8) Dieren waarbij is aangetoond dat ze Neospora besmet zijn, zijn weliswaar minder geschikt, maar niet ongeschikt voor melkproductie en fokkerij
- ( onder 8) Ook in de Nederlandse situatie wordt niet in zijn algemeenheid geadviseerd om “test en afvoer” van besmette dieren. Weliswaar heeft het snelste effect op de besmettingsgraad van Neospora, maar op basis van economische studies niet het meest rendabel.
- ( onder 7) Bij wijze van samenvatting merken de deskundigen over de geschiktheid van de besmette runderen het volgende op:
- alle geïnfecteerde dieren die verwerpen, zijn blijvend minder geschikt voor de melkproductie en/of fokkerij;
- geïnfecteerde dieren die niet verwerpen, zijn niet blijvend ongeschikt voor de melkproductie;
- alle persistent geïnfecteerde dieren zijn blijvend minder geschikt voor de fokkerij;
- niet persistent geïnfecteerde dieren zijn niet blijvend minder geschikt voor de melkproductie en/of fokkerij. Echter wel de geïnfecteerde nakomelingen van deze niet persistent geïnfecteerde dieren gedurende de besmetting van de moeder.