ECLI:NL:GHARL:2018:10230
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Wijma
- mr. Wijmenga
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter over administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 12 december 2016 een administratieve sanctie van € 106,- had opgelegd aan de betrokkene, een N.V., wegens overschrijding van de maximumsnelheid op een weg buiten de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op 28 november 2015 om 8.21 uur op de N206 te Katwijk. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat het boetebedrag disproportioneel hoog is en dat de verhoging van boetebedragen onvoldoende gemotiveerd is door de wetgever, die dit zou hebben ingegeven door budgettaire redenen. De gemachtigde stelt dat de verhogingen sinds 2010 zijn verdrievoudigd en dat dit in strijd is met artikel 104 van de Grondwet, en dat de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) onverbindend moet worden verklaard.
Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter de beroepsgronden van de betrokkene heeft besproken en verworpen. Het hof oordeelt dat de kantonrechter voldoende gemotiveerd heeft dat de gedraging is verricht en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van de vastgestelde sanctie af te wijken. Het hof wijst erop dat de hoogte van de sanctie is vastgesteld in de bij de Wahv behorende bijlage en dat de omstandigheden van het concrete geval niet licht van invloed zijn op de hoogte van de opgelegde sanctie. Het hof concludeert dat de kantonrechter het beroep terecht ongegrond heeft verklaard en bevestigt de beslissing van de kantonrechter.