Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Overweging met betrekking tot het bewijs
De verklaringen van [slachtoffer]
De verklaringen van [slachtoffer]
effectievemogelijkheid gehad om de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] via een persoonlijke en rechtstreekse ondervraging zelf te toetsen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) heeft zich verschillende keren uitgesproken over het recht om een getuige te horen, in het bijzonder als diens verklaring van ‘considerable weight’ geweest is voor de bewijsbeslissing, zoals in dit geval. Dat kan alleen als er stevige ‘counterbalancing factors’ zijn, zo heeft het EHRM overwogen in de zaak
Schatschaschwili. [1] was alleen tijdens het eerste verhoor min of meer bereid om vragen te beantwoorden, maar dit verhoor is niet afgenomen door een daartoe opgeleide gecertificeerde studioverhoorder. Dat verhoor kan verregaande beïnvloeding tot gevolg hebben gehad. Ook op het studioverhoor is het nodige aan te merken, [slachtoffer] werd immers steeds uitdrukkelijk gecomplimenteerd als hij iets belastends verklaarde. Gezien deze achtergrond is het extra van belang dat de verdediging een adequate mogelijkheid krijgt om de inhoud van de verklaring van [slachtoffer] op betrouwbaarheid te toetsen. De verklaring van [slachtoffer] is op een aantal punten inconsistent en details ontbreken. De verdediging handhaaft het verzoek om [slachtoffer] te horen.
[slachtoffer] , [slachtoffer] )uit de auto dat direct wegrende. [verbalisant 1] is even later achter de jongen aangereden en vroeg hem: “Hoe gaat het ?” De jongen zei toen: “Ik ben misbruikt en ik heb er € 20,-- voor gekregen.”
De verklaringen van [slachtoffer]
- De getuigenverklaring van [getuige 1] , die onder meer heeft verklaard dat zij heeft gezien dat een jongetje op de parkeerplaats van [naam] in de auto van verdachte stapte;
- Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , die na de melding van [getuige 1] dat er een jongetje in een auto was gestapt, post vatte bij de parkeerplaats en verdachte met [slachtoffer] terug zag komen op de parkeerplaats. Hij zag dat er een fiets aan de kant van de weg lag en besloot de situatie even in de gaten te houden. Na ongeveer 45 minuten zag hij een auto, bestuurd door verdachte, aan komen rijden. Er stapte volgens de verbalisant een jongetje uit de auto dat direct wegrende. [verbalisant 1] is even later achter de jongen aangereden en vroeg hem: “Hoe gaat het ?” De jongen zei toen: “Ik ben misbruikt en ik heb er € 20,-- voor gekregen.”
- Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] betreffende het aantreffen van verdachte en de inbeslagneming van diens auto;
- Proces-verbaal sporenonderzoek, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , waarin onder meer is gerelateerd dat er een 20 eurobiljet bij [slachtoffer] is aangetroffen;
- Aangifte en verhoor van de voogd van [slachtoffer] , [getuige 2] , waaruit blijkt dat [slachtoffer] nooit meer dan wat kleingeld bij zich had;
- Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 5] , waarin de reconstructie van de gereden route en stopplaatsen wordt weergegeven;
- Proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 6] , waarin zijn bevindingen over de camerabeelden van de pintransactie en zijn herkenning van verdachte zijn opgenomen;
- Het deskundigenrapport van het TMFI waarin als resultaat van het DNA-onderzoek wordt aangegeven dat DNA van verdachte is aangetroffen op de spijkerbroek, boxershort en de penis van [slachtoffer] ;
- Verklaringen van verdachte omtrent de feiten, onder meer inhoudende dat verdachte de penis van [slachtoffer] heeft aangeraakt.
inhoudelijktwijfels oproepen.
Hof: verdachte) bevond zich in Nieuwegein om de file naar Tiel te ontwijken. Hij was van plan om met pont bij Wijk bij Duurstede over te steken. Hij is op enig moment gestopt om rustig met een collega te kunnen telefoneren. Hij merkte op dat [slachtoffer] in de buurt van zijn auto heen en weer fietste. Verdachte maakte zich zorgen, [slachtoffer] leek ongeveer even oud als zijn oudste zoon, maar leidde kennelijk een heel ander leven. Volgens verdachte wilde hij hem helpen en vroeg hij hem even in de auto te stappen om er over te praten. Vervolgens zijn ze naar een pinautomaat gereden en heeft verdachte geld gepind voor een nieuwe pontkaart. Omdat hij niet zeker wist of de pontkaart 19 of 21 euro kostte, heeft hij 30 euro gepind. Een 20 eurobiljet heeft hij in het middenconsole van zijn auto gelegd en 10 euro heeft hij in zijn broekzak gestoken. Onderweg heeft [slachtoffer] hem verteld dat hij op een speciale school zat en dat hij weleens seks met mensen had voor geld. Volgens verdachte is hij daarna een beetje heen en weer gereden, omdat hij niet wist wat hij met het verhaal van [slachtoffer] aan moest. Hij is even uit de auto gestapt om zijn gedachten op een rijtje te zetten. Toen hij terugkwam bij de auto en instapte, zat [slachtoffer] met zijn broek naar beneden en met zijn handen aan zijn piemel. Verdachte verklaarde verder dat [slachtoffer] stukjes watten van zijn piemel zat te plukken. In een soort helpende, vaderlijke reactie heeft verdachte in een reflex zijn vingers nat gemaakt en de pluisjes van zijn piemel gehaald. Hij haalde de handen van [slachtoffer] van diens piemel af en trok zijn boxershort en broek op. Daarna heeft hij [slachtoffer] een stukje bij zijn fiets vandaan afgezet, zodat hij de tijd kreeg om de politie te bellen. Hij reed weg, maar werd door een motoragent ingehaald en tot stoppen gebracht.”
Bewezenverklaring
of omstreeks07 juli 2015 te Nieuwegein,
althans in het arrondissement Midden-Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [2001] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- en/of aantrekken van de broek en onderbroek van die [slachtoffer] en
/ofaanraken van de (naakte) penis van die [slachtoffer] en
/ofaftrekken van de penis van die [slachtoffer] ,
althans plaatsen van de hand om de penis van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) heen en weer bewegen van die hand om de penis van die [slachtoffer]en
/of
althans brengen van de mond tegen en om de penis van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) heen en weer bewegen van die mond om de penis van die [slachtoffer]en
/of
/tegende (stijve) penis van hem, verdachte,
(terwijl hij, verdachte, en die voor hem onbekende [slachtoffer] zich in de auto van verdachte bevonden en nadat hij, verdachte, die [slachtoffer] in zijn auto had meegenomen naar een
andere (afgelegen
)plek
);
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen;
170 (honderdzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
bijzondere voorwaardedat veroordeelde zich zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland te Arnhem en zich blijft melden zo lang en zo vaak als Reclassering Nederland nodig vindt en zich gedurende de proeftijd houdt aan de aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland, ook als de aanwijzingen inhouden dat de veroordeelde verplicht zal meewerken aan een onderzoek of behandeling door de Waag of een soortgelijke instelling;
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis;
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;