Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Zorgkantoor Menzis,
Menzis,
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen,
het UWV,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
einde van het dienstverbandheeft overgenomen. Voor ongeveer 3% van de werknemers op de lijst geldt dat het dienstverband op een eerder moment dan 11 maart 2009 is geëindigd. Er vindt om die reden dan geen of een andere correctie plaats in de voor deze procedure relevante periode, zo heeft het UWV gesteld. Hoewel het hof Menzis moet nagegeven dat het lastig is een aansluiting te maken tussen de verschillende lijsten doordat de namen niet alfabetisch zijn weergegeven en verschillende nummers bij de namen worden gehanteerd, blijkt bij een steekproef van twee deelnemers, de door Menzis genoemde [A] en de door het hof nader bekeken [B] dat inderdaad sprake is van afwijkende einddatums van de dienstverbanden. Waarmee een voldoende verklaring is gegeven voor de door Menzis gesignaleerde afwijkingen. Gelet op de overgelegde stukken, de door het UWV gegeven toelichting, in combinatie met het aantal deelnemers, ruim 3000, is het hof van oordeel dat met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de vordering van het UWV adequaat is bijgesteld naar de loonovernameperiode en wel tot het gestelde bedrag, zodat UWV in haar bewijs is geslaagd.