Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 22 maart 2017;
- het verweerschrift met producties;
- een journaalbericht van mr. Buijsrogge van 2 oktober 2017 met producties;
- een journaalbericht van mr. Klomp-de Wijk van 5 oktober 2017 met productie.
3.De feiten
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2009 te [woonplaats] , en
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2010 te [woonplaats] , hierna ook: [kind 2] ,
4.De omvang van het geschil
- de vraag of de huidige zorgaanbieder Zozijn die de zorg voor [kind 2] (bij de vader thuis) verstrekt, dient te worden vervangen door de door de vader gekozen zorgaanbieder De Driestroom;
- de toedeling van geïndiceerde zorguren tussen de ouders ten behoeve van de zorg voor [kind 2] ;
- de bijschrijving van [kind 2] op de zorgpolis van de vader, althans de vergoeding van de reiskosten door de moeder aan de vader voor het vervoer van [kind 2] per eigen auto naar school.
- primair: te bepalen dat de door de vader uitgekozen zorgaanbieder De Driestroom in plaats van Zozijn de zorg voor [kind 2] op zich zal nemen, althans aan de vader vervangende toestemming te verlenen om de zorg voor [kind 2] bij de Driestroom te betrekken;
- subsidiair (i) te bepalen dat de helft, dan wel het aantal uren dat het hof redelijk acht, van de geïndiceerde zorguren voor [kind 2] aan de vader worden toebedeeld, dan wel (ii) vervangende toestemming te verlenen dat de zorg wordt omgezet naar een PGB;
- primair en subsidiair te bepalen dat [kind 2] op de polis van de vader wordt bijgeschreven, althans de moeder te verplichten aan de zorgverzekeraar van [kind 2] toestemming te vragen voor taxivervoer van [kind 2] van en naar de revalidatietherapie, en voor zover taxivervoer niet mogelijk is, toestemming te vragen voor vervoer per eigen voertuig en daarbij de door de vader op te geven reiskosten aan de verzekeraar ter declaratie in te dienen en de dientengevolge ontvangen vergoedingen aan de vader uit te betalen.
5.De motivering van de beslissing
Gebleken is verder dat de vader niet (voldoende) stil staat bij zijn eigen rol in de ontstane situatie waarin Zozijn de zorg bij de vader heeft stopgezet. De vader is weliswaar bij machte de situatie met Zozijn te veranderen, bijvoorbeeld door met Zozijn in gesprek te gaan, maar hij onderneemt hiertoe niets, althans is het hof niet gebleken van enige inspanning van de vader op dit punt. Ter mondelinge behandeling kon hij immers geen antwoord geven op de vraag waarom hij nog niet in gesprek is gegaan met Zozijn om de situatie te veranderen. In plaats daarvan betrekt hij de moeder telkens in procedures, waardoor zij onnodig op kosten wordt gejaagd.
- aan salaris voor de advocaat overeenkomstig het forfaitaire liquidatietarief op € 1.788,- (2 punten, tarief II, € 894,- per punt), en
- € 313,- aan griffierecht,