Uitspraak
Dexia,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
17 mei 2016 dat de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
‘het vonnis d.d. 17 mei 2016 waarvan beroep te vernietigen en, opnieuw rechtdoende bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, voor zover nodig met aanvulling en verbetering van gronden:
‘om bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
appellante in haar appèl niet ontvankelijk te verklaren, althans dit te verwerpen, met
Te verklaren voor recht dat Dexia jegens geïntimeerde toerekenbaar onrechtmatig heeft
Het vonnis van de rechtbank te bekrachtigen, behoudens de afwijzing omtrent de
3.De vaststaande feiten
‘Capital Effect Vooruitbetaling 15 jaar’ en het contractnummer [00000] gesloten met Bank Labouchere N.V. De leaseovereenkomst hield onder meer het volgende in:
‘(…)Aankoop/valutadatum: 5 juli 2001 (…)Totaal overeengekomen leasesom: € 81.918,- (…).
art. 1:88 lid 1 sub d BW en art.1:89 BW.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
‘om bij vonnis voor zover rechtens toelaatbaar uitvoerbaar bij voorraad:
5.Vermeerdering van eis
6.De beoordeling van de grieven en de vordering
Reconventie
grief in het principaal appelis gericht tegen de (gedeeltelijke) toewijzing van de vorderingen van [geïntimeerde] door de kantonrechter.
Verjaring
De rechtbank Amsterdam heeft die verklaring voor recht bij vonnis van 25 augustus 2004 (ECLI:NL:RBAMS:2004:AQ7412) toegewezen.
In die overeenkomst hebben de belangenorganisaties in art. 21.1 verklaard hun medewerking te zullen verlenen aan beëindiging en royement van de procedures en afstand te doen van alle in de betrokken procedures gepretendeerde rechten en/of vorderingen. De betrokken partijen hebben op dezelfde datum een overeenkomst gesloten zoals bedoeld in art. 7:907 lid 1 BW.
De WCAM-overeenkomst is bij beschikking van het gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 verbindend verklaard (ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ7033).
[geïntimeerde] heeft op 6 maart 2007 een opt-out verklaring uitgebracht.
Dat betekent dat de buitengerechtelijke vernietiging van de effectenleaseovereenkomst door de echtgenote van [geïntimeerde] op 2 februari 2006 tijdig is geschied. Van verjaring is geen sprake.
Wettelijke rente