2.3.Uit de door haar overgelegde producties en verklaringen blijkt het volgende.
Alsi heeft overgelegd een mail gedateerd 7 juni 2010 13:45 uur van mr. Borstlap, advocaat van Alsi, aan [A] . In de mail met als onderwerp: koopprijs/lening staat het volgende vermeld:
"In artikel 2.10 sub i van de overeenkomst met wijzigingen is vermeld dat [B]de koopprijs ten titel van jouw lening aan Lyempf rechtstreeks aan Lyempf betaalt. De accountant van Lymfe zou - ten behoeve van de bank denk ik kunnen bevestigen of daar wel of niet aan is voldaan. Bijgaand de bewuste overeenkomst."
In voornoemde overeenkomst staat in artikel 2.10 vermeld:
"I. Purchaser shall pay the Purchaser Price to Seller, by transferring the amount of the Purchase Price on behalf of Seller to the Company on account of the Seller's Loan and Seller shall be deemed to have granted full and final acquittance to Purchaser for payment of the Purchase Price upon receipt of such amount by the Company; (…)"
[A] heeft op 8 juni 2010 14.14 uur voornoemde mail van Borstlap, zonder begeleidend schrijven, doorgestuurd naar [C] , de accountant van zowel Lyempf als Alsi en haar dochtervennootschappen en daarnaast ook van [A] persoonlijk.
Op 15 juni 2010 15:02 uur heeft [D] (boekhouder in dienst van Lyempf) aan [C] een e-mail met de volgende inhoud gestuurd:
"Bijgaand tref je de volgende documenten aan:
- de brief waarin de ontvangst van de koopsom bevestigd wordt
- dagafschrift waarop de bijschrijving van de koopsom is vermeld
- de leningen van Gramen met Lyempf en van Alsi met Lyempf (deze heeft de Deutsche Bank overigens ook al)
De originele brief stuur ik je per post toe. De overige documenten stuur ik je alleen met deze mail. "
Alsi heeft een factuur overgelegd van de Jong en Laan Accountants aan Alsi Beheer B.V. met een urenspecificatie, waaruit volgt dat [C] op 8 en 9 juni 2020 werkzaamheden heeft verricht. Op 8 juni 2010 met de omschrijving
"Advisering /werkzaamheden inzake resultatenontwikkeling"en op 9 juni 2010 met de omschrijving
"Advisering/werkzaamheden inzake herstructurering/reorganisatie overeenkomsten met Lyempf".
Alsi heeft een brief gedateerd 30 september 2015 overgelegd, van de heer H [E] aan Alsi Beheer. [E] is als accountant werkzaam bij De Jong en Laan. In deze brief staat het volgende vermeld:
"(…) Inzake de werkzaamheden die de heer [C] RA, destijds werkzaam voor onze organisatie, heeft uitgevoerd inzake de verstrekte lening door Alsi Beheer B.V. aan Lyempf B.V. in mei 2010 kan ik het volgende mededelen:
* Op 8 juni 2010 heeft u de heer [C] opdracht gegeven om vast te stellen of Gramen Shipping and Trading Inc. de koopprijs ten titel van de te verstrekken lening door Alsi Beheer B.V. rechtstreeks aan Lyempf B.V. heeft betaald.
* Hij heeft deze opdracht uitgevoerd en hierover gerapporteerd middels zijn brief van
16 juni 2010 aan de Deutsche Bank Nederland N.V.
* De heer [B] heeft op 15 juni ook bevestigd namens Lyempf B.V. aan de heer [C] dat de lening verstrekt is door Gramen Shipping and Trading Inc. namens Alsi Beheer B.V.
Ik kan u meedelen dat de heer [C] de door u verstrekte opdracht heeft uitgevoerd en heeft vastgesteld dat Alsi Beheer B.V. haar verplichtingen jegens Lyempf is nagekomen. De te verstrekken lening van € 500.000 is op 27 mei verstrekt door Gramen Shipping and Trading Inc. namens Alsi Beheer B.V.(…) "
Alsi heeft aangevoerd dat zij een belang had bij de brief van 15 juni 2010, omdat deze betaling een van de voorwaarden was voor de ontkoppeling van de financiering van Lyempf en de dochtervennootschappen van Alsi (Fresena Salland en Romeva Vastgoed B.V.). Om die reden is de brief door Alsi opgevraagd en een dag later doorgestuurd naar de Deutsche Bank, zo stelt zij. Ten bewijze daarvan heeft zij een brief van de Deutsche Bank aan haar overgelegd d.d. 22 juli 2010 (prod. 5 bij akte van 23 februari 2016), waarin de ontkoppeling van de financiering van haar dochtervennootschappen en Lyempf aan Alsi wordt bevestigd.
Getuige [A] , bestuurder van Alsi, heeft het navolgende verklaard.
"Eind mei 2010 was de aandelenoverdracht een feit. Ik ben samen met [B] van het bedrijf (Lyempf) naar de boekhouder [D] gelopen en daar gevraagd of het geld al binnen was. We hebben ter plekke via telebankieren gecontroleerd en gezien dat het geld op de rekening stond. [B] heeft mij een hand gegeven en heeft aangegeven dat hij nu eerst drie maanden rust wilde binnen het bedrijf en dat hij daarna wel zou zien welke taak voor mij binnen het bedrijf was weggelegd. Romeva Vastgoed B.V. en Frésena – Salland B.V. waren mijn andere bedrijven die samen met Lyempf onder een kredietparaplu bij de Deutsche Bank zaten. Beide bedrijven waren dus mede aansprakelijk voor het verleende krediet. Door alle perikelen bij Lyempf werden de kredietverzekeringsbedragen voor Frésena - Salland naar beneden gebracht waardoor het handelen van de bedrijven werd beknot. De afspraak met zowel Deutsche Bank als de beide kredietverzekeraars was dat zodra de aandelen van Lyempf waren overgedragen aan Gramen, ik dat zou laten weten aan de kredietverzekeraars. Er diende een ontvlechting plaats te vinden. Ik heb vervolgens aan mijn toenmalige advocaat C. Borstlap gevraagd hoe ik dit aan moest pakken. Hij heeft mij toen op 7 juni 2010, 13.45 uur een mail gestuurd waarin hij aangaf hoe ik het zou moeten doen. Die mail heb ik 1 op 1 doorgestuurd aan mijn accountant [C] van De Jong & Laan. Daarna hebben wij ( [C] en ik) ongeveer 20 minuten met elkaar gesproken over het belang van deze mail, vandaar dat ik in de mail verder ook geen toelichting heb gegeven maar deze 1 op 1 heb doorgestuurd. [C] heeft vervolgens, tenminste dat neem ik aan, contact gezocht met [D] voornoemd en vervolgens is door [C] de brief van 16 juni 2010 aan de Deutsche bank verzonden. Deutsche Bank reageert daarop bij brief van 22 juli 2010 en daarmee was de ontvlechting een feit (zie productie 5 bij de akte). [C] leverde gedurende de onderhandelingen met Gramen steeds de financiële gegevens aan. Als hij in mijn opdracht handelingen verrichte werd Alsi daarvoor gefactureerd. Als Lyempf opdracht gaf voor bepaalde werkzaamheden werd Lyempf daar zelf voor gefactureerd.
U houdt mij voor productie 3 die bij akte is overgelegd. Bij de factuurspecificatie zijn door mijn advocaat twee regels geel gearceerd. Het betreft werkzaamheden op 8 en 9 juni. Deze werkzaamheden zien op de mailwisseling en de brieven die [C] in mijn opdracht heeft verstuurd.
De Jong en Laan in de persoon van de heer [C] was van alle vier de bedrijven, Lyempf, Frésena, Alsi en Romeva, de accountant."
Getuige C. Borstlap, destijds advocaat van Alsi, heeft als volgt verklaard.
"Nadat de deal was afgerond wilde [A] weten of de betaling had plaatsgevonden door Gramen. Dit was in zijn belang, enerzijds omdat hij wilde weten of de betaling die namens hem werd verricht aan Lyempf had plaatsgevonden en daarnaast voor de financiële ontvlechting tussen Lyempf en in ieder geval Frésena – Salland. [A] belde mij en hij vroeg ‘kun je die betaling bevestigd krijgen’. Ik heb daarop aangegeven dat hij dat het beste via de accountant van Lyempf kon laten bevestigen. Dat is uiteindelijk gebeurd via de brief van 16 juni aan de Deutsche Bank. Ik heb dat niet meteen daarna vernomen maar korte tijd later van [A] . Ik heb uiteindelijk een kopie van die brief ontvangen."
Getuige [C] , destijds adviserend accountant van Alsi en haar dochtervennootschappen, waaronder Lyempf, heeft voor zover relevant het volgende verklaard.
"Ik heb geen concrete herinnering aan de gang van zaken rond de betaling van Gramen aan Lyempf. Ik ben bij een voorbespreking met onder meer mr. Ubbens geweest op het kantoor van De Jong en Laan en daar zijn mij verschillende stukken voor gehouden, een mail van 8 juni, de urenstaten, de brief van [D] aan mij, de brief van mij aan Deutsche Bank en de brief van [E] . Ik kan de documenten in tijd logisch plaatsen maar ik kan niet meer terughalen of ik destijds contact heb opgenomen door te bellen of te mailen met [A] . Dit heeft geen speciale reden, het komt voort uit het feit dat het mijn normale werkzaamheden betrof.
U houdt mij productie 1 voor (akte). Ik zie dat de mail aan mij is gericht en ik zal daarop actie hebben ondernomen maar ik weet bijvoorbeeld niet of ik gebeld heb of anderszins. Ik kan aan de urenstaten zien dat ik een kwartier aan werkzaamheden heb verricht, dus ik zal iets hebben gedaan.
U houdt mij productie 2 voor. Ik zal die mail hebben ontvangen maar ook daarvoor geldt dat ik er geen specifieke herinneringen aan heb."