ECLI:NL:GHARL:2017:9206
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en verdiencapaciteit in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de partneralimentatie tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De vrouw, die een WAO-uitkering ontvangt en stelt dat zij arbeidsongeschikt is, verzoekt om een bijdrage van € 1.800,- per maand in haar levensonderhoud. De man betwist dit en stelt dat de vrouw in staat is om zelf in haar levensonderhoud te voorzien, mede gezien haar verleden waarin zij ook naast haar uitkering heeft gewerkt. Het hof oordeelt dat de vrouw, ondanks haar arbeidsongeschiktheid, een zekere verdiencapaciteit heeft en dat zij redelijkerwijs in staat moet worden geacht om een inkomen uit arbeid te genereren. Het hof stelt de behoefte van de vrouw vast op € 1.800,- netto per maand, maar houdt rekening met haar verdiencapaciteit, waardoor de man een lagere alimentatieplicht wordt opgelegd. De man moet vanaf 6 februari 2015 een bedrag van € 815,- per maand betalen, en met ingang van 1 januari 2017 wordt dit bedrag verlaagd naar € 735,- per maand. Het hof wijst ook het verzoek van de man om terugbetaling van te veel betaalde alimentatie af, en verklaart dat de onderhoudsplicht van de man van rechtswege eindigt na een bepaalde periode, maar dat de man geen belang heeft bij deze verklaring.