Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 oktober 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft de waardevaststelling van een onroerende zaak, gelegen aan [a-straat] 9 te [Z], die bestaat uit een winkelruimte met bovenwoning. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 278.000 per waardepeildatum 1 januari 2014, wat leidde tot aanslagen onroerendezaakbelasting voor zowel eigenaar als gebruiker. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling en de aanslagen, en is in beroep gegaan bij de rechtbank, die het beroep ongegrond verklaarde.
In hoger beroep heeft belanghebbende een lagere waarde van € 220.000 bepleit en betwist dat de onroerende zaak als niet-woning kan worden gekwalificeerd. De heffingsambtenaar heeft de waarde verdedigd met een taxatierapport dat een waarde van € 279.000 concludeert. Het Hof heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar niet heeft aangetoond dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. Het Hof heeft de waarde van de onroerende zaak uiteindelijk in goede justitie vastgesteld op € 250.000, waarbij 60% aan de woning en 40% aan de winkelruimte is toegerekend. Het Hof heeft geoordeeld dat de onroerende zaak niet hoofdzakelijk tot woning dient, waardoor het tarief voor niet-woningen van toepassing is. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en de aanslagen zijn dienovereenkomstig verminderd.