Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
HDI,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om de diefstal van twee graafmachines die in eigendom toebehoorden aan een leasemaatschappij. De leasemaatschappij had de machines verzekerd bij HDI-Gerling Verzekeringen N.V. Na de diefstal heeft HDI een schadevergoeding ontvangen van de leasemaatschappij. De appellant, die de graafmachines had verworven van een beschikkingsonbevoegde, werd door HDI aangesproken op grond van onrechtmatige daad. Het hof oordeelde dat de appellant de machines van een beschikkingsbevoegde had verkregen, waardoor hij niet onrechtmatig had gehandeld. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en wees de vordering van HDI af, waarbij het hof ook de proceskosten ten laste van HDI stelde.
De feiten van de zaak zijn als volgt: In 2009 heeft de leasemaatschappij twee graafmachines in lease gegeven aan [B] en haar zoon [C]. Na een aantal onbetaalde leasetermijnen heeft de leasemaatschappij de leaseovereenkomst opgezegd. De machines zijn in 2011 als verduisterd aangemerkt, maar in 2013 zijn ze aangetroffen op een vrachtauto van de appellant. HDI heeft de appellant aangesproken voor schadevergoeding, maar het hof oordeelde dat de appellant de machines van een beschikkingsbevoegde had verkregen en dat HDI geen recht had op schadevergoeding.
Het hof heeft de grieven van de appellant gegrond verklaard en de vordering van HDI afgewezen, waarbij het hof ook de proceskosten ten laste van HDI heeft gesteld. Dit arrest is gewezen op 17 oktober 2017.