Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. M.J. van Essen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Uit het dossier leidt de rechtbank af dat verdachte in het onderzoek naar strafbare feiten die gepleegd konden zijn door[medeverdachte 1]en [medeverdachte 2] naar voren gekomen is, in het bijzonder als de eigenaar van de woning aan het [woonadres] te [plaats] en als de persoon die ingeschreven staat op het adres [adres] te [plaats] . Hetgeen aan informatie over die woningen verzameld is heeft geleid tot het instellen van strafrechtelijk onderzoek tegen verdachte. Van verzuimen bij het gebruik van opsporingsbevoegdheden in de onderzoeken tegen [medeverdachte 1] en[medeverdachte 2]of in het onderzoek tegen verdachte is niet gebleken. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren is zijn vervolging of om te beslissen dat het resultaat van genoemde onderzoek geheel of gedeeltelijk niet voor het bewijs te gebruiken is."
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 05 oktober 2011 te [plaats] , (althans) in de gemeente [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan het [woonadres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1107 gram hennep althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 31 december 2010, te [plaats] , en/of te [plaats] en/of (elders) in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader(s), meermalen, althans eenmaal, een voorwerp, te weten een of meerdere geldbedrag(en) afkomstig van (een) contante storting(en), te weten onder meer
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de maand(en) augustus 2009 en/of september 2009 te [plaats] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals(e) of vervalst(e) werkgeversverklaring(en) afgegeven door of namens [bedrijf] , - zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken of doen gebruikmaken hierin dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) voornoemde werkgeversverklaring(en) heeft/hebben verstrekt en/of doen verstrekken en/of overgelegd en/of doen overleggen aan Aegon Levensverzekering N.V., en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat hij, verdachte, niet werkzaam was voor en/of in dienst was van het bedrijf [bedrijf] zoals (telkens) aangegeven op de werkgeversverklaring(en),
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 22 september 2009 tot en met 7 oktober 2011, te [plaats] , (althans) in de gemeente [plaats] , en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een voorwerp, te weten een woning/een pand (gelegen aan het [woonadres] kadastrale aanduiding [plaats] [nummer] ), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans meermalen, althans eenmaal, van een voorwerp, te weten een woning/een pand (gelegen aan het [woonadres] kadastrale aanduiding [plaats] [nummer] ), gebruik heeft gemaakt, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
hij op of omstreeks 07 april 2011 te [plaats] , (althans) in de gemeente [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 586, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bewijsverweer en overweging omtrent het bewijs
Uit de gegevens van de belastingdienst blijkt dat verdachte in 2007 € 11.974,- (loonheffing € 2.181,-), in 2008 € 14.939,- (loonheffing € 3.612,-), in 2009 € 27.038 (loonheffing € 7.055,-) en in 2010 € 7.334,- (loonheffing € 556,-) heeft verdiend. In totaal over vier jaar heeft verdachte netto € 47.881,- verdiend. Aan hypotheeklasten betaalde verdachte in 2010 € 960,04 per maand.
Op 7 april 2011 is in de woning op de [adres] te [plaats] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met verschillende kweekruimten. In ruimte A (de woonkamer) stonden 388 planten en in ruimte B (de slaapkamer) 198 planten, totaal 586 hennepplanten. Er is geconstateerd dat er sprake was van beroeps- of bedrijfsmatig, dan wel professioneel handelen met betrekking tot de teelt van hennep en dat er meerdere eerdere oogsten zijn geweest. De planten werden getest met behulp van een ESA test testbuisje, MMC International. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof
hij op 05 oktober 2011 te [plaats] , in de gemeente [plaats] , opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan het [woonadres] ) een hoeveelheid van in totaal 1107 gram hennepplanten en/of delen daarvan, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 01 januari 2010 tot en met 31 december 2010, in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte geldbedragen afkomstig van contante stortingen, te weten onder meer
- op of omstreeks 5 januari 2010 een geldbedrag van euro 2.000,- en/of
3:
hij in de maand september 2009 te in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf] , - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat verdachte voornoemde werkgeversverklaring heeft verstrekt en/of doen verstrekken aan Aegon Levensverzekering N.V., en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat hij, verdachte, niet werkzaam was voor en/of in dienst was van het bedrijf [bedrijf] zoals aangegeven op de werkgeversverklaring
en
hij op 01 september 2009, in Nederland, een werkgeversverklaring afgegeven door of namens [bedrijf] (ten behoeve van het aanvragen van een hypothecaire lening) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken immers heeft verdachte valselijk en in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven) op voornoemde werkgeversverklaring vermeld of doen vermelden
hij in de periode van 22 september 2009 tot en met 7 oktober 2011, te [plaats] , in de gemeente [plaats] , een voorwerp, te weten een woning/een pand (gelegen aan het [woonadres] kadastrale aanduiding [plaats] [nummer] ), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl verdachte wist dat bovenomschreven voorwerp
- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
hij op 07 april 2011 te [plaats] , in de gemeente [plaats] , opzettelijk heeft geteeld (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van in totaal 586, hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Verbeurdverklaring
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.