Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Mitros,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
en zijn post ontving. Hij onderhield die woning ook. Daarom woonde hij steeds in de woning, aldus nog steeds de memorie van grieven.
Mitros heeft niet betoogd dat het begrip hoofdverblijf in de huurovereenkomst een andere inhoud heeft dan in dat arrest (waarin niet een overeenkomst, maar de wetstekst wordt uitgelegd) is bedoeld, zodat het hof zich daarbij aansluit. Dit betekent dat het voor de beantwoording van deze vraag aankomt op de (uit feiten en omstandigheden af te leiden) bedoelingen die [appellant] had met het vertrek in 2014 en het verblijf in [land in buitenland] .
vertrek uit de huurwoning levert in het licht van het hierna volgende ook al geen tekortkoming op van een zodanig bijzondere aard of beperkte betekenis, dat deze de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [appellants] inkomsten zijn niet afhankelijk van een woonadres in Nederland, zodat uitsluitend [appellants] belang bij de beschikbaarheid van de woning een rol van betekenis speelt bij de afweging van belangen. Zolang mevrouw [de echtgenote] geen vergunning heeft voor permanent verblijf in Nederland, is het belang van [appellant] van beperkt gewicht, doordat het hem zolang steeds slechts gaat om kortdurend verblijf. Of, en zo ja, wanneer mevrouw [de echtgenote] zo’n vergunning zal krijgen, is onzeker. Mitros daarentegen heeft als verhuurster van sociale woningen zwaarwegend belang bij het zoveel mogelijk beschikbaar stellen van haar woningen aan huurders die uitsluitend het wonen in een sociale huurwoning kunnen betalen.