Uitspraak
[appellant],
Van der Geest B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
grief I in het principaal appeltegen de vaststelling van enige feiten op. Het hof zal met inachtneming van deze grief de feiten opnieuw vaststellen, zodat [appellant] bij behandeling van deze grief verder geen belang meer heeft. Aangevuld met wat in hoger beroep is komen vast te staan, luiden de feiten als volgt.
Van der Geest Schilderspecialisten
ARTIKEL 1
De heer [appellant] heeft zich maandag 23-04-2012 ziekgemeld. Vorige week is hij bij de internist geweest en deze heeft “ziekte van Paget” geconstateerd; een zeldzame chronische botaandoening. Dit is een langdurige ziekte waarbij [appellant] in de WAO dreigt te komen en volgens de overeenkomst dient deze medewerker terug te vallen in het “oude” dienstverband bij Tadema. (…)”
- De werknemer is op dit moment niet geschikt voor het eigen werk bij de eigen werkgever.
- Het eigen werk is niet passend te maken door voorzieningen of aanpassingen.
- De werknemer is wel geschikt voor ander werk bij de eigen werkgever.
- Er zijn ook resterende arbeidsmogelijkheden op de arbeidsmarkt.”
dit zou eventueel een passende functie kunnen zijn mits werknemer voldoende competenties en vaardigheden in huis heeft om deze rol te vervullen. De leermeester moet zelf mee kunnen schilderen. Indien de schilderwerkzaamheden voor een klein gedeelte worden uitgevoerd en de coachende werkzaamheden domineren, kan deze functie een oplossing zijn.”
Op 16-01-2012 ben je bij ons in dienst getreden op basis van een overeenkomst (intentieverklaring samenwerking) met Tadema Bouwbedrijven/Tasta Bouw.
Sinds 23-04-2012 is de heer [appellant] langdurig ziek en werkhervatting op korte termijn wordt niet verwacht. Omdat de heer [appellant] in de WAO dreigt te komen, dient hij, volgens intentieverklaring, per direct terug te vallen in zijn “oude” dienstverband bij Tadema Bouwbedrijven. Op basis van de overeenkomst dient u de heer [appellant] per maandag17 september 2012weer in dienst te nemen.”
3.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
4.De beoordeling in hoger beroep
- in de arbeidsovereenkomst is geen terugkeerbepaling opgenomen;
- voor zover een terugkeerbepaling is opgenomen is die bepaling niet rechtsgeldig;
- voor zover de terugkeerbepaling rechtsgeldig is, heeft Van der Geest B.V. daaraan een onjuiste toepassing gegeven doordat aan de contractuele voorwaarden, waaronder [appellant] bij Tadema Bedrijven terugkeert, niet is voldaan;
- voor zover aan Van der Geest B.V. een beroep op de terugkeerbepaling toekomt, staat goed werkgeverschap aan dat beroep in de weg, althans is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Van der Geest B.V. zich op die bepaling beroept.
re-integreren en re-integratiemogelijkheden bij derden niet tot nauwelijks aanwezig zijn.
5.Slotsom
6.De beslissing
mr. D.H. de Witte, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen in de maanden december 2017 tot en met maart 2018 zullen opgeven op de roldatum van
7 november 2017waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;