Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
schriftelijketoelichting te geven op de door [appellant] geformuleerde vragen (ex artikel 200 lid 4 Rv), die het hof in enigszins aangepaste vorm hieronder zal opnemen. Het verzoek van [appellant] in de akte uitlaten voortprocederen sub 8 om Crama te bevelen om, kort gezegd, schriftelijk bewijs in te zenden dat [appellant] dossier tot zijn onderzoeksgegevens en tot één van de 457 onderzochte patiëntendossiers heeft behoord, zal het hof niet honoreren nu dit verzoek niet op de wet of enige rechtsregel is gebaseerd, omdat Crama geen (proces)partij is in deze zaak maar (slechts) als deskundige van de zijde van het Radboudumc is gehoord. (Overigens heeft Crama hierover al het een en ander verklaard ter gelegenheid van het mondeling verhoor op 5 september 2016. Het hof zal deze vraag nogmaals hier stellen om [appellant] ter wille te zijn.)
5.De beslissing
In 1985, an episcleral hydorgel explant (MIRAgel, MIRA Inc., Waltham, MA) was introduced as an alternative to silicone explants for the treatment of rhegmatogenous retinal detachment. (…) Despite these potential advantages, after several years a serious flaw was discovered in the material. Specifically, hydrolytic degradation of the MIRAgel material causes progressive swelling of the explant, which can lead to strabismus, ptosis, scleral erosion, conjunctivitis, and infection around the buckle; in addition, significant cosmetic problems also can arise. (footnote 2)
Afdeling oogheelkunde
t.a.v. drs. N. Crama , oogarts
Postbus 9101
6500 HB Nijmegen
dit is 28 november 2017, zal sturen aan de griffie van dit hof, postbus 9030, 6800 EM Arnhem, t.a.v. mevr. mr. R.A. Dozy / deskundigenberichten;
30 januari 2018van voor akte uitlaten van zowel [appellant] als het Radboudumc, zoals weergegeven onder rechtsoverweging 4.6;