In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraken van de rechtbank Overijssel met betrekking tot de definitieve aanslag zuiveringsheffing voor het jaar 2012 en de voorlopige aanslag voor 2015. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende een definitieve aanslag opgelegd van € 13.651,34 voor 2012 en een voorlopige aanslag van € 22.489,33 voor 2015. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslagen verlaagd. Belanghebbende stelt dat zij niet heffingsplichtig is en dat de aanslagen onterecht zijn opgelegd, omdat het park door de gedoogde permanente bewoning zijn karakter als recreatieterrein heeft verloren. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de woningen die niet permanent worden bewoond, voor recreatiedoeleinden zijn bestemd en dat het park als zodanig wordt geëxploiteerd. De heffingsambtenaar heeft aannemelijk gemaakt dat in 2012 een aantal van 27 recreatiewoningen permanent werd bewoond. Het Hof bevestigt de uitspraken van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.