Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[Verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
“4-2-2010 Pomper gebeld, mogelijk zitting eerst 2e half jaar 2010 dus tijd genoeg om nieuwe zaak [Verdachte] op te werken”.
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 28 juli 2004 tot en met 10 mei 2006, in de gemeente(n) Arnhem en/of Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten de aangifte voor Recht van Successie met betrekking tot de nalatenschap van [betrokkene 1] , onjuist en/of onvolledig heeft gedaan aan de Inspecteur der belastingen / de Belastingdienst, terwijl dat feit er toe strekte dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaan, dat in genoemde aangifte geen en/of een te laag althans een onjuist, bedrag omtrent de waarde van de woning was vermeld / opgegeven / aangegeven;
primair:
Notariskantoor [Verdachte] Arnhem B.V. op of omstreeks 30 juli 2004 in de gemeente Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, opzettelijk een nota van afrekening, gericht aan [betrokkene 2] vindplaats document: d-063], -zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om die nota van afrekening als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken hierin bestaan, dat in die nota van afrekening staat vermeld: 'een bedrag van euro 80.691,20 kosten derden' terwijl in werkelijkheid het (een deel van) de winst betrof van de verkoop van het pand aan de [adres 2] , althans geen 'kosten derden' betrof, zulks terwijl hij, verdachte, al dan niet in vereniging met een of meer anderen, tot bovenomschreven strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en);
hij op of omstreeks 30 juli 2004 in de gemeente Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, opzettelijk een nota van afrekening, gericht aan [betrokkene 2] [vindplaats document: D-063], -zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen- valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om die nota van afrekening als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken hierin bestaan, dat in die nota van afrekening staat vermeld: 'een bedrag van euro 80.691,78 kosten derden' terwijl in werkelijkheid het (een deel van) de winst betrof van de verkoop van het pand aan de [adres 2] , althans geen 'kosten derden' betrof;
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 juli 2004 tot en met 03 oktober 2012 in de gemeente(n) Arnhem en/of Renkum en/of Overbetuwe, althans in Nederland en/of in Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) van een voorwerp, te weten euro 199.000,-- en/of euro 80.691,78 en/of een of meer ander(e ) geldbedrag(en) althans een of meer geldbedrag(en), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing, heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op bovenomschreven voorwerp(en) was of wie bovenomschreven voorwerp(en), voorhanden had, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit - het plegen van belastingfraude en/of - het plegen van valsheid in geschrift, althans uit enig misdrijf; en/of hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 juli 2004 tot en met 03 oktober 2012 in de gemeente(n) Arnhem en/of Renkum en/of Overbetuwe, althans in Nederland en/of in Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) een voorwerp, te weten euro 199.000,-- en/of euro 80.691,78 en/of een of meer ander(e ) geldbedrag(en) althans een of meer geldbedrag(en), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten geld, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2002 september tot en met 03 oktober 2012 in de gemeente(n) Arnhem en/of Renkum en/of Overbetuwe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), heeft deelgenomen aan een organisatie, die gevormd werd door: - [betrokkenen] en/of een of meer andere (rechts)perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten - het plegen van valsheid in geschrift en/of - het plegen van belastingfraude en/of - het plegen van witwassen.
Vrijspraak
Overweging met betrekking tot het bewijs
1 september 2003, de dag dat [betrokkene 4] met zijn adviseur/architect [betrokkene 5] het pand [adres 2] bezichtigde. [betrokkene 4] is de zoon van de voormalige huishoudster van mevrouw [betrokkene 1] en hij heeft ook aangiften inkomstenbelasting voor mevrouw [betrokkene 1] gedaan. De WOZ-waarde van het pand [adres 2] bedroeg ten tijde van het overlijden van mevrouw [betrokkene 1] in 2003 NLG 727.000 (ca. € 330.000) (D-032).
2 september 2003aan verdachte een fax had gezonden met een
biedingvan € 75.000 (onder een voorwaarde).
1 oktober 2003en [betrokkene 2] op
6 oktober 2003(koopsom € 140.000). En tenslotte verlijdt verdachte op 30 juli 2004 een akte met betrekking tot de verkoop van hetzelfde pand voor een bedrag van € 339.000. In de akte is abusievelijk opgenomen door verdachte dat de koop/verkoop eveneens op 1 respectievelijk 6 oktober 2003 is gesloten. In werkelijkheid is die koop/verkoopovereenkomst getekend op 8 respectievelijk 9 juni 2004
€ 80.691,78 op zijn rekening en de overboeking van de helft daarvan (iets meer dan
€ 40.000) naar een rekening van de zwager van verdachte [betrokkene 8] :
hof: 20 november 2009, D-067)heb ik direct met [betrokkene 6] gebeld en hem verteld wat er aan de hand was. Ik heb deze brief per post gehad. Ik zat dus thuis. Hierop is [betrokkene 6] bij mij thuis langs gekomen. Hij heeft de brief opgehaald. [betrokkene 6] is naar notaris [Verdachte] gereden om hier overleg over te hebben. Twee weken later ben ik met [betrokkene 10] of [betrokkene 6] naar een kantoor gereden op de Hoek van de [adres 3] . In dit pand Is een soort hypotheekkantoor gevestigd. Dit kantoor is van [Makelaarskantoor] . Ik kan u dit pand zo aanwijzen. Ik ben op uitnodiging van [betrokkene 6] en notaris [Verdachte] naar dit kantoor toegereden. Toen ik daar aankwam waren [betrokkene 8] en [Verdachte] al aanwezig. [betrokkene 10] was ook bij dit gesprek aanwezig. Ik moest daar komen van [betrokkene 6] en [Verdachte] om af te spreken hoe we dit probleem zouden oplossen, Iedereen was tijdens deze vergadering door elkaar aan het praten. Het leek wel een kippenhok. Uiteindelijk heeft [Verdachte] gezegd wat er ging gebeuren. Wat de bedoeling was. Met zijn allen hebben we het er over gehad hoe we onder deze aanslag zouden uitkomen. Uiteindelijk heeft notaris [Verdachte] gezegd dat het verhaal van de participatie maar afgestoken moest worden. Op deze wijze zouden we het verhaal in het vaatje gieten. Ik wist dat dit niet het goede verhaal was. Uiteindelijk was het allemaal niet waar. Ik ben hier in meegegaan omdat de aanslag op mijn naam staat. Ik was de eerste die zou moeten betalen aan de Belastingdienst. Ik ben in het geheel meegegaan. Mede omdat ook mijn zoon [betrokkene 6] hierbij betrokken was. Als ik de brieven lees die ik tot nu toe onder ogen heb gehad van u dan kan ik niet anders vaststellen dat [betrokkene 6] door [Verdachte] benaderd is en dat het initiatief om te komen tot deze fictieve constructie bij notaris [Verdachte] ligt. Iedereen die bij de vergadering aanwezig was ging akkoord met deze constructie zoals notaris [Verdachte] deze had voorgesteld. Er is op de vergadering niet gesproken over de verdeling van het geld. Dat was al verdeeld. Alleen het fiscale probleem is op de vergadering besproken.”
Bewezenverklaring
hij in de periode van 28 juli 2004 tot en met 10 mei 2006, in Nederland, opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten de aangifte voor Recht van Successie met betrekking tot de nalatenschap van [betrokkene 1] , onjuist heeft gedaan aan de Belastingdienst, terwijl dat feit er toe strekte dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid
hierin bestaan, dat in genoemde aangifte
een te laag althans een onjuist bedrag omtrent de waarde van de woning was vermeld
;
primair:
Notariskantoor [Verdachte] Arnhem B.V. op
30 juli 2004 in Nederland, opzettelijk een nota van afrekening, gericht aan [betrokkene 2] [vindplaats document: D-063] - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om die nota van afrekening als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken hierin bestaan, dat in die nota van afrekening staat vermeld: 'een bedrag van euro 80.691,78 kosten derden' terwijl in werkelijkheid het (een deel van) de winst betrof van de verkoop van het pand aan de [adres 2] , althans geen 'kosten derden' betrof, zulks terwijl hij, verdachte, feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging
;
hij
in de periode van 30 juli 2004 tot en met 03 oktober 2012 in Nederland en/of in Spanje, van een voorwerp, te weten
80.691,78 de herkomst
heeft verborgen en/of verhuld,
terwijl hij wist
dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit
/of
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.