Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van [verzoeker] als bewindvoerder. De zaak betreft een verzoek van [verzoeker] B.V. om het ambtshalve ontslag van de bewindvoerder te herzien. Het hof verwijst naar eerdere procedures en de tussenbeschikking van 11 juli 2017, waarin vragen aan de kantonrechter zijn gesteld over de kwaliteitseisen waaraan [verzoeker] moest voldoen. De kantonrechter had eerder besloten dat [verzoeker] niet meer benoembaar was, maar het hof oordeelt dat de redenen voor het ontslag onvoldoende gewicht hebben. Het hof constateert dat er geen bewijs is dat [verzoeker] niet voldeed aan de kwaliteitsnormen en dat de kantonrechter onterecht heeft geoordeeld dat er gewichtige redenen waren voor het ontslag. Ondanks de zorgen over de professionaliteit van [verzoeker] en de onduidelijkheid over de rol van [informant1], oordeelt het hof dat het ontslag niet gerechtvaardigd was. De rechthebbende heeft ter zitting verklaard dat zij de voorkeur geeft aan [B] als bewindvoerder, wat het hof in overweging neemt. Uiteindelijk bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, maar onder verbetering van gronden, en wijst het meer of anders verzochte af.