Uitspraak
Hoad,
Noble House,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenbeschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 12 september 2017, wordt de benoeming van een deskundige behandeld in een civiele zaak tussen Hoad Holding B.V. en Noble House B.V. Hoad Holding B.V., de appellante, heeft in eerste aanleg als eiseres in conventie en verweerster in reconventie opgetreden, terwijl Noble House B.V. als geïntimeerde fungeert, in eerste aanleg als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie. De zaak betreft een geschil over de uitlaat en het lakwerk van een Aston Martin, waarbij Hoad betwist dat Noble House de auto naar behoren heeft onderhouden en gerepareerd.
Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 18 april 2017 overwogen dat er behoefte is aan een deskundigenbericht over de uitlaat en het lakwerk van de auto. Partijen hebben hun suggesties voor deskundigen ingediend, maar zijn het niet eens geworden over de benoeming. Het hof heeft daarom zelf een deskundige benoemd, de heer [A], die gespecialiseerd is in onderhoud en reparatie van Aston Martin voertuigen. De deskundige zal onderzoek doen naar de uitlaat, het lakwerk en eventuele gebreken die recentelijk zijn geconstateerd, zoals schimmelvorming door lekkage.
Het hof heeft een aantal specifieke vragen geformuleerd die de deskundige moet beantwoorden, waaronder de kwaliteit van de uitlaat, de geschiktheid van het lakwerk en de oorzaak van eventuele gebreken. Tevens is er een voorschot van € 2.500,- vastgesteld voor de kosten van de deskundige, dat door beide partijen moet worden betaald. De deskundige dient zijn rapport vóór 12 december 2017 in te dienen bij de griffie van het hof. De zaak wordt vervolgens verwezen naar de rol voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van Hoad.