Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant1] ,
[appellant1],
2. De Haan Directie en Management B.V.,
management,
3. [appellant3] Wijnjewoude Beheer B.V.,
beheer,
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 25 juli 2017 een rolbeschikking gegeven in het hoger beroep van een civiele zaak. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Wiersma, hadden een pleidooi aangevraagd nadat de stukken voor arrest waren overgelegd. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.J.F. Dullemond, maakte bezwaar tegen dit verzoek. De rolraadsheer overwoog dat volgens het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken het hof geen kennis neemt van verzoeken van partijen nadat arrest is bepaald, tenzij de wederpartij daarmee instemt. In dit geval was er geen instemming van de geïntimeerde.
De rolraadsheer concludeerde dat mr. Wiersma ten onrechte meende dat hij op elk moment om pleidooi kon verzoeken. De zaak was op 7 maart 2017 voor beraad verwezen naar de rolzitting van 21 maart 2017, waar mr. Wiersma niet om pleidooi verzocht, maar om arrest. De rolraadsheer stelde vast dat er geen klemmende redenen waren voor het heropenen van het debat, zoals door mr. Wiersma werd aangevoerd. Het verzoek tot heropening van het debat werd dan ook afgewezen, omdat dit in strijd was met de wet en de eisen van een goede procesorde.
De rolraadsheer merkte op dat er aanzienlijke achterstanden bij het hof bestaan, wat de reguliere uitspraaktermijn beïnvloedt. De beslissing om het verzoek tot heropening van het debat af te wijzen werd op 25 juli 2017 in het openbaar uitgesproken door mr. J.H. Kuiper, rolraadsheer.