Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant]
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
Waarvan akte!”
[naam arrest](Hoge Raad 16 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU4204), dat (daarom) beoordeeld moet worden of [geïntimeerde] heeft gehandeld zoals van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende bewindvoerder die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht, dat bij deze toets terughoudendheid past omdat voor persoonlijke aansprakelijkheid van [geïntimeerde] is vereist dat hem ook persoonlijk een verwijt van zijn handelen kan worden gemaakt en dat daarvoor is vereist dat [geïntimeerde] heeft gehandeld terwijl hij het onjuiste van zijn handelen inzag dan wel redelijkerwijs behoorde in te zien. Dat betekent dat ook het hof van deze maatstaf heeft uit te gaan.