Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
5 september 2017
.wonende te [Z] (hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
€ 487 aan heffingsrente in rekening gebracht. Verder is een vergrijpboete van € 1.182 opgelegd.
€ 898 aan heffingsrente in rekening gebracht. Verder is een vergrijpboete van € 2.844 opgelegd.
€ 522 aan heffingsrente in rekening gebracht. Verder is een vergrijpboete van € 2.177 opgelegd.
€ 469 aan heffingsrente in rekening gebracht. Verder is een vergrijpboete van € 2.521 opgelegd.
15 december 2015 de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.607, de heffingsrente verminderd tot € 148, en de vergrijpboete verminderd tot € 180.
15 december 2015 de navorderingsaanslag IB/PVV 2009 verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 49.452, de heffingsrente verminderd tot € 672, en de vergrijpboete verminderd tot € 1.064.
15 december 2015 de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.874, de heffingsrente verminderd tot € 440, en de vergrijpboete verminderd tot € 911.
15 december 2015 de navorderingsaanslag IB/PVV 2011 verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 41.886, de heffingsrente verminderd tot € 384, en de vergrijpboete verminderd tot € 1.032.
19 januari 2017, tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
2.Feiten
3.Geschil
4.Overwegingen
5.Proceskosten
6.Beslissing
mr. A.I. van Amsterdam, in tegenwoordigheid van mr. A. Vellema als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
5 september 2017.
binnen zes wekenna de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij