ECLI:NL:HR:2003:AF5827
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over zelfstandigenaftrek en uren besteed aan opleiding voor kappersvak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, die in 1997 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen kreeg opgelegd. De aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 28.481. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat belanghebbende, geboren in 1973, een kapsalon dreef als eenmanszaak en daarnaast als kapster in loondienst werkte. Belanghebbende had in 1997 1244,25 uren aan haar onderneming besteed, waarvan 40 uren aan een opleiding voor het diploma Algemene Ondernemersvaardigheden (A.O.V.), dat vereist was voor het zelfstandig uitoefenen van het kappersvak. De centrale vraag was of deze 40 uren meetelden voor de zelfstandigenaftrek, zoals bedoeld in artikel 44m, lid 1, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
De Hoge Raad oordeelde dat alle tijd die wordt besteed aan werkzaamheden die gericht zijn op de zakelijke belangen van de onderneming, ook de tijd die aan opleidingen wordt besteed, meetelt voor de zelfstandigenaftrek. Aangezien belanghebbende de opleiding volgde om haar vakbekwaamheid te behouden, was de klacht gegrond. De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraken van het Hof en de Inspecteur, en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van ƒ 15.028. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende.