Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 augustus 2017 uitspraak gedaan over een verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van een beschikking van de rechtbank Overijssel. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. I. Mercanoğlu, verzocht om schorsing van de uithuisplaatsing van haar kinderen naar de vader. De rechtbank had eerder, op 20 juli 2017, de uithuisplaatsing van de kinderen goedgekeurd, maar de moeder was van mening dat deze beslissing niet in het belang van de kinderen was. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de opvoedvaardigheden van de moeder en de situatie van de vader. Het hof oordeelde dat de GI (Stichting Jeugdbescherming Overijssel) de uithuisplaatsing niet op een zorgvuldige manier had uitgevoerd, en dat de kinderen niet op gepaste wijze afscheid hadden kunnen nemen van hun moeder. Het hof concludeerde dat het in het belang van de kinderen was om de uitvoerbaarheid bij voorraad van de bestreden beschikking te schorsen, zodat de kinderen terug konden keren naar hun moeder. De beslissing van het hof werd genomen met inachtneming van de belangen van de kinderen en de noodzaak om een stabiele en veilige omgeving voor hen te waarborgen.