Uitspraak
[klager] , klager,
[verdachte] , verdachte,
Verloop bewilligingsprocedure
Het strafrechtelijk onderzoek
- [getuige 1] op 22 juli 2014 en 5 november 2014,
- [getuige 2] op 19 september 2014,
- [getuige 3] op 9 december 2014,
- [getuige 4] op 16 december 2014 en
ne bis in idembeginsel, dat wil zeggen dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit kan worden vervolgd. De rechter-commissaris heeft die standpunten telkens beargumenteerd bestreden, wat echter niet tot een gewijzigde opstelling van de Turkse autoriteiten heeft geleid.
Het onderzoek in raadkamer
ne bis in idembeginsel. In de zaak is immers noch een rechterlijk oordeel geveld noch heeft er een vervolging plaatsgevonden, waardoor geen legitiem beroep op dit beginsel kan worden gedaan.
voor23 juli 1996 moest uitgaan, is pas
op23 juli 1996 door verdachte geparafeerd. Het laat de mogelijkheid open dat verdachte op 23 juli 1996 in de ochtend nog in Antalya was, daarna terugvloog en de spoedeisende brief nog diezelfde avond parafeerde. Op 9 oktober 1996 verbleef verdachte in Genève en op de ochtend van de volgende dag zou hij naar Amsterdam kunnen zijn gevlogen. Of dat daadwerkelijk is gebeurd, is niet duidelijk.
de-auditu(“van horen zeggen”) verklaringen van [journalist] en [getuige 1] , bieden dus weinig houvast waar het gaat om de feitelijke gebeurtenissen. Juridisch is op basis hiervan bepaald nog niet duidelijk dat het om verkrachting gaat. Maar op zijn minst zo belangrijk is de vraag of het bewijsbaar is dat het om de in deze zaak als verdachte aangemerkte persoon gaat.
“Nadat die functionaris was vertrokken zijn er een aantal dingen gebeurd. We zijn namelijk samen in bed gegaan en hij kuste en streelde mij onophoudelijk. Nadat deze gemeenschap enige tijd had geduurd, heeft hij mij verleid. Ik heb die nacht twee keer een dergelijke gemeenschap gehad met deze persoon.”
foslo's), omdat die destijds door de technische recherche werden uitgevoerd. Ook had hij geen specifieke kennis om aangevers in zedenzaken te (kunnen) horen. Hij gaf aan sinds 1998 als zelfstandige te werken.
voorlopig getuigenverhoorin een civiele procedure tegen [verdachte] door een rechter-commissaris werd gehoord, dat hij niet wist of klager eerder foto's van [verdachte] had gezien, omdat dit in zijn verhoor van klager in 2009 niet aan de orde zou zijn gekomen. Toen [getuige 1] tijdens zijn verhoor op 22 juli 2014 door de rechter-commissaris in het kader van deze beklagzaak werd geconfronteerd met een passage uit zijn verhoor van klager in 2009, waarin die hem vertelde over de foto's die de chauffeur zou hebben gemaakt van [verdachte] en van klager, verklaarde [getuige 1] dat hij in de volle overtuiging verkeerde dat beide aangevers, voorafgaand aan de door hem uitgevoerde
foslo,géén foto's hadden gezien van verdachte, maar dat “het kan zijn dat hij een fout heeft gemaakt als het zo is gegaan”.
foslo, om de volgende keer een laptop voor zijn dochter mee te brengen. [getuige 1] heeft daarop als volgt gereageerd:
fosloworden gesteld. De gebreken in de uitvoering van de
foslozijn bovendien onherstelbaar. De verklaringen die [betrokkene 2] en [betrokkene 1] volgens de Turkse journalist [journalist] over de dader van de beweerdelijke verkrachting van klager hebben afgelegd, bieden op dit punt ook geen soelaas. Weliswaar noemen beiden op enig moment de naam [verdachte] , maar er wordt geen enkele concretisering genoemd op basis waarvan met zekerheid vastgesteld kan worden dat het hier daadwerkelijk [verdachte] betrof. Een enkele opmerking, zoals bijvoorbeeld die van [betrokkene 1] , over “de mijnheer was de persoon die ik ken als degene waarover ik later heb vernomen dat hij [verdachte] heet” is daarvoor volstrekt onvoldoende.
[verdachte]betreft, staat naar het oordeel van het hof dan ook in het geheel niet vast.