Uitspraak
handelende onder de naam Meon,
[appellant],
Ollycom,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
grieven 1 en 2) zijn aangevoerd.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief Ibetoogt hij dat de rechtbank bij de vaststelling van de feiten onder 4.2 (bedoeld zal zijn 2.2) ten onrechte heeft overwogen dat op 8 april 2011 tussen Ollycom en hem een koopovereenkomst tot stand is gekomen betreffende de levering van 390 iPhone-toestellen. Er is volgens [appellant] sprake van een overeenkomst onder opschortende voorwaarden in de zin van artikel 6:22 BW. Afgifte zou pas plaatsvinden na inspectie en na betaling, maar daarvan is geen sprake geweest. Daarom is er geen zuivere overeenkomst tot stand gekomen. Met
grief IIvoert [appellant] aan dat de rechtbank hem bij de vaststaande feiten onder 2.4 (bedoeld zal zijn 2.2) ten onrechte als partij bij de overeenkomst van 8 april 2011 aanmerkt en onder 2.4 en 2.5 ten onrechte als vaststaand aanneemt dat de betrokken iPhones aan hem zijn afgegeven en dat hij in mindering op de koopsom een bedrag van € 48.100,- aan Ollycom heeft betaald. Volgens [appellant] staat vast dat [B] overeenstemming met Ollycom heeft bereikt over de koop van de iPhones; [appellant] was daarbij niet betrokken. De gang van zaken hierbij wijkt ook af van de gebruikelijke manier van zaken doen. De pro forma nota is door Ollycom ten onrechte op naam van [appellant] gesteld en hij heeft ook geen betalingen verricht. Het is waarschijnlijk [B] geweest die het bedrag van € 48.100,- heeft betaald; hij deed dat door middel van verrekening van een hem toekomende commissie wegens aan Ollycom verleende diensten. Het door [appellant] gedane betalingsvoorstel kan niet worden beschouwd als een bekrachtiging. [appellant] ontkent voorts de iPhones van Betrabonded te hebben ontvangen en stelt ook geen opdracht te hebben gegeven voor afgifte aan [B] . Ten slotte is [appellant] van oordeel dat Ollycom onvoldoende heeft gesteld om aan te kunnen nemen dat [B] krachtens volmacht van [appellant] heeft gehandeld. In
grief IIIklaagt [appellant] erover dat de rechtbank heeft geoordeeld dat hij het restant van de koopsom aan Ollycom dient te betalen. Mocht er wel een overeenkomst tussen Ollycom en [appellant] tot stand zijn gekomen, dan heeft Betrabonded ten onrechte de iPhones niet aan hem afgegeven, hetgeen een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst is. Dit dient voor rekening van Ollycom te komen, omdat zij Betrabonded als hulppersoon heeft ingeschakeld. Op grond hiervan heeft [appellant] het recht om de overeenkomst te ontbinden, dan wel kan Ollycom op grond van redelijkheid en billijkheid geen nakoming meer vorderen.
grief IIbeoordelen, aangezien deze het verst strekt. [appellant] stelt zich blijkens zijn toelichting op deze grief op het standpunt geen partij te zijn bij de koopovereenkomst van 8 april 2011 met Ollycom met betrekking tot de partij van 390 iPhones. Het hof stelt vast dat tussen partijen niet in discussie is dat de onderhandelingen met Ollycom betreffende de koop van de 390 iPhones destijds door [B] zijn gevoerd. Door [appellant] is evenmin bestreden dat dit de gebruikelijke gang van zaken was bij de tientallen soortgelijke transacties die partijen vanaf 2010 eerder met elkaar hadden gedaan ter waarde van enige miljoenen euro’s. Ook hier ging het steeds om de verkoop door Ollycom aan [appellant] van mobiele telefoons, waarbij ook gebruik werd gemaakt van Betrabonded. Een en ander blijkt ook uit de door Ollycom in productie 11 bij de inleidende dagvaarding overgelegde email-correspondentie. [appellant] heeft weliswaar aangevoerd dat deze overeenkomst afweek van de vorige, omdat Betrabonded de telefoons zonder toestemming van Ollycom en zonder uitslagbon aan een ander dan hemzelf heeft afgegeven, maar dat leidt niet tot een ander oordeel, omdat die omstandigheden geen betrekking hebben op de totstandkoming van de overeenkomst. [appellant] heeft onvoldoende bestreden dat bij al die transacties de facturen steeds door hem zijn ontvangen en ook door hem zijn betaald. Ook de factuur van 8 april 2011 is door hem ontvangen. [appellant] heeft daarop niet gereageerd met de mededeling dat het hier een transactie betrof die hem niet aanging, zoals te verwachten zou zijn indien hij part noch deel zou hebben gehad aan deze overeenkomst. Bovendien staat tussen partijen vast dat [B] de betrokken iPhones op 11 april 2011 in ontvangst heeft genomen, zoals dat in eerdere gevallen ook gebeurde. [appellant] heeft voorts ontkend tot een bedrag van in totaal € 48.100,- aan deelbetalingen te hebben gedaan, maar hij heeft niet de stelling van Ollycom betwist dat op 19 juli 2011 een deelbetaling door hem is gedaan, volgend op een mailtje van [B] aan Ollycom met de tekst:
“My dad will send 2500 € for the first 100 pc”(productie 11 bij inleidende dagvaarding)
.Op 11 november 2011 heeft [appellant] bovendien aan de advocaat van Ollycom een betalingsvoorstel gedaan in verband met de onderhavige zaak. Daarin wordt geen enkel voorbehoud gemaakt ten aanzien van de positie van [appellant] als contractpartij, maar doet [appellant] het voorstel om vanaf januari 2012 maandelijks een bedrag van
Grief IIfaalt.
grief Ikan niet slagen. De overeenkomst met betrekking tot de levering door Ollycom van 390 iPhones is op 8 april 2011 tot stand gekomen. De door [appellant] bedoelde voorwaarden van inspectie en betaling vooraf zoals die voorkomen op de pro forma factuur van 8 april 2011 (“On hold at Betrabondend” en “100% payment after inspection”) zijn te beschouwen als leverings- en betalingscondities, maar niet als opschortende voorwaarden van de vervulling waarvan het inwerkingtreden van de (verbintenissen op grond van de) koopovereenkomst afhankelijk was als bedoeld in artikel 6:22 BW.
Grief Ifaalt dan ook.
grief IIIoverweegt het hof dat [appellant] op grond van het voorgaande gehouden is het restant van de koopsom aan Ollycom te voldoen. Vast staat immers dat [appellant] met Ollycom een koopovereenkomst heeft gesloten voor de levering van 390 iPhones door Ollycom welke via Betrabonded dienden te worden geleverd en daadwerkelijk ook zijn geleverd. Ollycom heeft [appellant] daarvan op de hoogte gesteld met het verzoek de partij te inspecteren en bij goedkeuring te betalen. Ollycom heeft daarmee aan haar verbintenis uit de koopovereenkomst voldaan. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, moet het ervoor worden gehouden dat [B] gevolmachtigd was namens zijn vader de koopovereenkomst aan te gaan. [B] heeft, naar tussen partijen vast staat, de telefoons van Betrabonded in ontvangst genomen en was daartoe als gevolmachtigde van zijn vader ook gerechtigd. De afgifte van de iPhones aan hem in plaats van aan [appellant] is daarom geheel in overeenstemming met de koopovereenkomst tussen partijen. Het ontbreken van toestemming van Ollycom voor die afgifte is geen omstandigheid die meebrengt dat [appellant] niet gehouden zou zijn om te betalen. Ook
grief IIIfaalt daarom.
6.De slotsom
€ 3.262,-(1 punt in het incident en 1 punt in de hoofdzaak x tarief IV)