Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Samen Veilig Midden-Nederland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de beoordeling van een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de verzoeker, geboren uit de relatie van zijn moeder en vader. De kinderrechter had eerder een machtiging tot uithuisplaatsing verleend en de verzoeker was onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling (GI). De GI had op 3 januari 2017 bepaald dat er geen andere jeugdhulp nodig was dan gesloten jeugdhulp. De verzoeker is in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de kinderrechter van 24 februari 2017, waarin de machtiging tot gesloten jeugdhulp werd verleend. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de verzoeker zich positief heeft ontwikkeld en dat er geen noodzaak meer is voor gesloten plaatsing. Het hof oordeelt dat de kinderrechter de machtiging terecht heeft verleend, maar dat deze met ingang van heden dient te worden beëindigd. De reden hiervoor is dat er geen noodzaak meer bestaat voor een gesloten plaatsing, aangezien de verzoeker inmiddels naar school gaat en er geen behandeling meer plaatsvindt. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter voor de periode tot heden, maar vernietigt de machtiging tot gesloten jeugdhulp met ingang van heden.