Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
1.640 1.640 1.640
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2011. De rechtbank had de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging. Belanghebbende had verzocht om persoonsgebonden aftrek voor de kosten van levensonderhoud van zijn dochters, maar de inspecteur van de Belastingdienst had deze aftrek geweigerd omdat niet was voldaan aan de voorwaarden. Tijdens de zitting op 16 november 2016 zijn partijen niet verschenen, maar het Hof heeft het onderzoek heropend en schriftelijke reacties van beide partijen ontvangen. Het Hof oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht heeft op de gevraagde aftrekken. De inspecteur had bewijs geleverd dat een van de dochters studiefinanciering ontving, wat een voorwaarde voor de aftrek uitsluit. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er wordt geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegewezen.