Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de vraag of de vrouw, door haar grievende gedrag jegens de man, de lotsverbondenheid tussen hen heeft doen vervallen, waardoor de man niet langer verplicht is om bij te dragen in de kosten van levensonderhoud van de vrouw. Partijen zijn in 1990 met elkaar gehuwd en hebben drie kinderen. De vrouw heeft de man in november 2014 met insuline geïnjecteerd terwijl hij sliep, wat leidde tot een ziekenhuisopname van de man. De rechtbank Overijssel heeft in een eerdere beschikking de bijdrage van de man aan de vrouw vastgesteld op nihil. De vrouw is in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing, maar het hof oordeelt dat de gedragingen van de vrouw zodanig grievend zijn dat de lotsverbondenheid is komen te vervallen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de vrouw af. De beslissing is genomen na een mondelinge behandeling waarbij beide partijen aanwezig waren en hun standpunten hebben toegelicht.