Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
25 juli 2017
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
€ 250
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 juni 2016. De rechtbank had de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard met betrekking tot aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) voor het jaar 2013. Belanghebbende had een persoonsgebonden budget (PGB) aangevraagd en ontvangen voor de zorg van haar kleinzoon, [A], die PDD-NOS heeft. De Inspecteur van de Belastingdienst had de aanslagen vastgesteld en daarbij het inkomen uit het PGB verhoogd, wat leidde tot geschil over de hoogte van het resultaat uit overige werkzaamheden.
Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende in 2013 een bedrag van € 5.220 uit het PGB heeft ontvangen en dat zij haar kleinzoon het gehele jaar heeft verzorgd. De Inspecteur stelde dat de vergoeding uit het PGB als belastbaar inkomen moet worden aangemerkt, terwijl belanghebbende betoogde dat het een onkostenvergoeding betreft. Het Hof oordeelde dat de inkomsten uit het PGB belastbaar zijn als resultaat uit overige werkzaamheden, maar dat kosten die in voldoende zakelijk verband staan tot die inkomsten voor aftrek in aanmerking komen. Het Hof heeft de aanslagen verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.784 en een bijdrage-inkomen van € 4.280.
De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en de uitspraken van de Inspecteur zijn eveneens vernietigd. Het Hof heeft bepaald dat de Inspecteur het betaalde griffierecht aan belanghebbende vergoedt. De beslissing is op 25 juli 2017 in het openbaar uitgesproken.