Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.[de rechthebbende] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
"Daarmee is onzeker of de werkzaamheden van de heer [de informant] onder de verantwoordelijkheid van [verzoeker] plaatsvinden, of de heer [de informant] gebonden is aan de interne werkafspraken van [verzoeker] en of de heer [de informant] onder beroeps/bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering van [verzoeker] valt."
"Er was over meerdere jaren niets vastgelegd en de verantwoordelijkheden waren niet behoorlijk geregeld. Daarop heb ik gedoeld met mijn opmerking dat [verzoeker] het kennelijk niet zo nauw neemt en dat heb ik gebaseerd op mijn gesprek met u."
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
per 1 april 2016diende te voldoen aan de kwaliteitseisen ingevolge het met ingang van 1 april 2014 in werking getreden Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerder en mentoren?
b. Hoe verhouden de diverse mededelingen namens u in de onder "3. De vaststaande feiten" vermelde correspondentie van uw zijde zich hiertoe, waarin enerzijds is gesproken over het wél en anderzijds is gesproken over het niet voldoen aan de kwaliteitseisen?
c. Indien [verzoeker] voldeed aan de kwaliteitseisen:
Waarom is onder andere bij diverse brieven van 13 april 2016 namens de kantonrechter aan cliënten van [verzoeker] en aan personen die bij hun verzoek tot onderbewindstelling / wijziging van bewindvoerder hadden voorgesteld om [verzoeker] tot hun bewindvoerder te benoemen, bericht dat [verzoeker] niet voldoet aan de kwaliteitseisen en daarom niet tot bewindvoerder kan worden benoemd?
b. Zo ja, wat is de reden dat in het gespreksverslag van dit gesprek wordt vermeld dat [de informant]
namens [verzoeker]aanwezig is en hem specifieke informatie is gevraagd over [verzoeker] , dit mede gelet op de verklaring van [de informant] ter zitting in hoger beroep dat hij tijdens het gesprek uitdrukkelijk heeft aangegeven dat hij op persoonlijke titel aanwezig was en nooit heeft verklaard dat hij namens [verzoeker] aanwezig was?
"Mr. Smits beslist dat zowel [verzoeker] als de heer [de informant] niet benoembaar zijn."[de informant] heeft ter zitting betwist dat de kantonrechter tijdens het gesprek heeft medegedeeld dat [de informant] niet meer benoembaar is.
nog(onderstreping hof) niet is voldaan aan de in het schrijven van 23 oktober 2015 gestelde punten, als zodanig kunnen zijn geïnterpreteerd?
"Op de vraag van mr. Smits of de heer [de informant] hier voor zichzelf zit of namens [verzoeker] geeft heer [de informant] aan dat het een dubbel gevoel is. Hij verricht werkzaamheden op vrijwillige basis bij [verzoeker]maar hij zit er voor zichzelf(onderstreping hof). (…)"
a. Op basis van welke specifieke tekortkomingen van [verzoeker] (voorafgaand aan deze brieven) werd dat oordeel gevormd?
b. Wat is de reden dat niet toen reeds op grond van dat oordeel [verzoeker] is ontslagen als bewindvoerder?
a. Is het juist dat [verzoeker] desondanks - in ieder geval ten tijde van de mondelinge behandeling in hoger beroep - in ongeveer veertien lopende zaken nog bewindvoerder is en de daarbij behorende werkzaamheden verricht?
b. Zo ja, wat is de reden hiervoor en hoe verhoudt zich dit tot de vaststelling dat [verzoeker] niet (voldoende) integer en betrouwbaar is te achten?
6.De slotsom
7.De beslissing
uiterlijk 26 juli 2017, schriftelijk, in afschrift aan [verzoeker] , de rechthebbende en de opvolgend bewindvoerder, zijn antwoorden op de hiervoor onder rechtsoverweging 5.3 gestelde vragen aan het hof toe te zenden;
binnen twee weken na ontvangst van de reactie van de kantonrechter, schriftelijk, in afschrift aan de kantonrechter en de overige belanghebbenden, te reageren op de reactie van de kantonrechter;