ECLI:NL:GHARL:2017:6067
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling van echtgenoten met gezamenlijke schulden en borgstellingen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, hebben appellanten, een echtpaar, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling door de rechtbank Gelderland. De rechtbank had eerder op 17 november 2016 twee vonnissen uitgesproken waarin het verzoek om een dwangakkoord en de toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. De appellanten, die samen met hun drie minderjarige kinderen een gezin vormen, zijn ieder voor 50% aandeelhouder en bestuurders van een holdingmaatschappij. De zaak draait om de vraag of zij te goeder trouw zijn geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van hun schulden, waaronder borgstellingen aan twee schuldeisers, Rijsholt B.V. en Amerswoud B.V.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten in de afgelopen jaren aanzienlijke schulden hebben opgebouwd, maar ook dat zij redelijke argumenten hadden om zich tegen betaling van deze schulden te verzetten. Het hof heeft in zijn overwegingen meegenomen dat de appellanten hun verdiencapaciteit maximaal benutten en dat zij inmiddels een deel van hun inkomen hebben gespaard ten behoeve van de schuldeisers. Het hof oordeelt dat de appellanten voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zullen nakomen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard op de appellanten. Dit arrest is op 13 juli 2017 in het openbaar uitgesproken.