Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“Waar wij nu na de montage mee bezig zijn is de inbedrijfname. Dat er daarbij enkele punten nog moeten worden aangepast is normaal. Daarvoor staat er een restant van 5% die na de afname betaald moeten worden.”De stelling van Kannegiesser dat die betaling sowieso, ongeacht eventuele gebreken, na 30 dagen moet worden verricht, gaat dus niet op.
‘Eventuele subsidies zullen door ons (= Kannegiesser, hof) worden aangevraagd en de verkoopprijs wordt met de toegekende subsidie verhoogd.’Kannegiesser wijst voorts op haar brief van 2 november 2010 aan De Beek, waarin onder meer is vermeld:
‘Verder hebben wij een adviseur de subsidiemogelijkheden laten onderzoeken en komen tot de conclusie dat … een subsidie mogelijk is van circa 20.000 … Betreffende de kleinschaligheidsaftrek schrijft hij: … De kleinschaligheidsaftrek is een fiscale subsidie die geldt voor investeringen tot € 300.000. Deze subsidie heeft totaal geen invloed op b.v. de Eia of Mia. De regelingen kunnen naast elkaar gebruikt worden …’Zij wijst verder op haar e-mailbericht van 10 juni 2011 (prod. 2 bij memorie van grieven), waarin is vermeld dat Kannegiesser zoals afgesproken de subsidie zou aanvragen en waarin om fiscale gegevens werd gevraagd
‘t.b.v. de Eia aanvraag’.