Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de gecertificeerde instelling
2.[de vader] ,
3.de pleegouders,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
de moeder, terwijl het perspectief van [de minderjarige] blijvend bij de pleegouders ligt, tot gevolg zou hebben dat de maatregelen van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing jaarlijks zouden dienen te worden verlengd, hetgeen veel onzekerheid en onrust met zich brengt. Voorts geldt dat de maatregelen van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing in beginsel van tijdelijke aard dienen te zijn en dat die tijdelijkheid niet past bij de huidige situatie, waarin duidelijk is dat [de minderjarige] belang gelegen is in een bestendiging van het verblijf bij de pleegouders.