Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder te noemen: de man,
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
5 januari 2016, heeft de vrouw, voor zover hier van belang, verzocht te bepalen dat de man dient bij te dragen in de kosten van haar levensonderhoud met een bedrag van € 1.386,- bruto per maand, voor het eerst te indexeren per 1 januari 2017 vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift dan wel vanaf de datum van de te geven beschikking. De man heeft hiertegen geen verweer gevoerd.
4.De omvang van het geschil
€ 1.386,- per maand.
5.De motivering van de beslissingProcessueel
- de aard van de relatie van partijen, waarbij zij elkaar slechts af en toe zagen en waarbij geen sprake was van wederzijdse verzorging, samenwoning of het voeren van een gemeenschappelijke huishouding;
is het hof van oordeel dat van de man niet kan worden gevergd dat hij bijdraagt in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw.