Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Rimec Limited,
de stichting
advocaat: mr. M. Holtzer,
3 [geïntimeerde 1] , wonende te [woonplaats] ,
FNV Bouw,
5 [geïntimeerde 2] ,
6 [geïntimeerde 3] ,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de akte van 26 oktober 2016 van Mecra met producties;
- de akte overlegging productie van 9 november 2016 en
- de pleidooien van 6 januari 2017 overeenkomstig de pleitnotities.
primair:1. TBB, Bpf Bouw, [geïntimeerde 1] , FNV, [geïntimeerde 2] , [geïntimeerde 3] , Bouwend Nederland alsnog niet-ontvankelijk zal verklaren in hun reconventionele vorderingen, althans die af te wijzen;
2. TBB, Bpf Bouw, [geïntimeerde 1] , FNV, [geïntimeerde 2] , [geïntimeerde 3] , Bouwend Nederland alsnog zal veroordelen tot al hetgeen in eerste aanleg door Mecra is gevorderd;
subsidiair:3. TBB, Bpf Bouw, [geïntimeerde 1] , FNV, [geïntimeerde 2] , [geïntimeerde 3] , Bouwend Nederland zal veroordelen tot vergoeding van de door Mecra als gevolg van een tekortkoming dan wel onrechtmatige daad geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na de datum van arrestwijzing tot aan de dag der algehele voldoening;
en zowel primair als subsidiair:4. TBB, Bpf Bouw, [geïntimeerde 1] , FNV, [geïntimeerde 2] , [geïntimeerde 3] , Bouwend Nederland zal veroordelen in de kosten van beide instanties met inbegrip van de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na arrestwijzing tot aan de dag van betaling, alsmede tot teruggave van al hetgeen aan hen is verstrekt op grond van het eindvonnis.
i) de afwijzing van de vorderingen van TBB;
ii) het oordeel dat Mecra de CAO Bouwnijverheid en de CAO BTER niet dient na te leven ten aanzien van de werknemers die met Avenue2 een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten;
iii) het oordeel omtrent de forfaitaire schadevergoeding en
iv) het oordeel omtrent de proceskosten in reconventie,
en opnieuw rechtdoende alle vorderingen van TBB alsnog zal toewijzen, met veroordeling van Mecra in de kosten van TBB in eerste aanleg (zowel in conventie als in reconventie) en in de kosten van het hoger beroep, alsmede in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 dagen na datum vonnis respectievelijk arrest tot de dag der algehele voldoening en voor het overige het bestreden vonnis van 22 juli 2015 zal bekrachtigen.
3.De vaststaande feiten
rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.17 van het bestreden vonnis van 22 juli 2015. Het hof heeft deze feiten omwille van de leesbaarheid van dit arrest hieronder weergegeven.
3.2 Mecra, voorheen Rimec Ltd genaamd, een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap, Rimec Works-Empresa de Trabalho Sociedade Unipessoal Lda (hierna te noemen: Rimec Works) en Rimec-Empresa de Trabalho Temporário Sociedade Unipessoal Lda (hierna te noemen: Rimec Empresa), beide gevestigd te Portugal, zijn internationale uitzendbureaus. Zij behoren tot het concern ARG Works Limited. Het in het Nederlandse handelsregister vermelde doel van Rimec, Rimec Works en Rimec Empresa is “
(de b)emiddeling op het gebied van personeel uit het buitenland in Nederland” en “
het ter beschikking stellen van arbeidskrachten.” Ook wat betreft de periode dat Mecra nog Rimec was genaamd, zal zij hierna Mecra worden genoemd.
overeenkomst voor tijdelijk werk’ gesloten voor “
(h)et uitvoeren van (…)werkzaamheden voor de wegen en de tunnel van de A2.” De arbeidsovereenkomsten eindigen “
zodra de reden ervoor ophoudt te bestaan, onder verwijzing naar bovengenoemde reden voor de overeenkomst of als de overeenkomst conform de wet wordt opgezegd.” Op deze arbeidsovereenkomsten zijn de betreffende bepalingen van Portugees recht van toepassing verklaard. In de door Mecra met de Poolse werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten is bepaald: “
By agreeing to the below terms it is accepted that you will be seconded to work with Rimec in (…) Holland’ en: ‘This statement shall be governed by and construed in accordance with English law.”
If the principal(opmerking van het hof: Avenue2)
makes accommodation available to the contracted party(opmerking van het hof: Mecra)
and the contracted party accepts to use the accommodation that is offered, the following charges will be invoiced by the Principal to the contracted party”, waarna de ‘
Accommodation Charges’ volgen van € 2,75 respectievelijk € 2,30 “
Per employee per hour worked per week” in geval de accommodatie wèl respectievelijk niet op loopafstand van de werkplek is gelegen. Om de door Mecra ter beschikking te stellen arbeidskrachten te kunnen huisvesten, heeft Avenue2 in de nabijheid van het A2-project woningen gehuurd, die op de nominatie stonden om te worden gesloopt en waarin per woning maximaal vier personen konden worden ondergebracht. De huurprijs bedroeg € 350,- per maand. De (meeste) Portugese werknemers van Rimec Works en Rimec Empresa, die door Mecra aan Avenue2 ter beschikking zijn gesteld voor het A2-project, hebben een overeenkomst van dienstverlening gesloten met Atop Logistics Limited (hierna: Atop) en zijn op grond daarvan aan Atop maandelijks
uitbuiting’ van de door Mecra (toen nog Rimec geheten) ten behoeve van het A2-project ter beschikking gestelde Portugese werknemers.
Bouwers A2-tunnel uitgebuit. Tientallen Portugese en Poolse werknemers bij de A2-tunnel in Maastricht worden uitgebuit (…)”.
Slaven van de A2 (…) Hun echte naam en gezicht willen ze niet in de krant want dan volgt onmiddellijk ontslag. Deze mannen zijn de slaven van de A2. (…) “Deze bedrijven zijn de smeerlappen van Europa. En daar mag je op quoten”. De Groningse vakbondsbestuurder [vakbondbestuurder] heeft het Ierse bedrijf Atlanco Rimec meegemaakt bij de bouw van de Nuon-centrale in de Eemshaven. En zij heeft van dichtbij gezien hoe Rimec zijn werknemers benadeelt. “Toen dat aan het licht kwam, weigerde Atlanco dat recht te zetten. De hoofduitvoerder heeft de mensen daarna betaald en Atlanco van het terrein geschopt”. (…)
3.8 Deze berichten zijn voor de Stuurgroep A2 Maastricht aanleiding geweest tot het instellen van de Expertcommissie A2 Maastricht. Deze Expertcommissie kreeg de opdracht tot ‘
het maken van een analyse naar aanleiding van vermeende misstanden met buitenlandse werknemers in de lijn tussen Avenue2 en Rimec.’ In haar openbaar gemaakte rapport van
22 november 2013 heeft de Expertcommissie onder meer geconcludeerd dat “(
d)e inhouding voor de kosten van huisvesting en vervoer op het salaris van de werknemers (-) in ieder geval vanuit maatschappelijk oogpunt te hoog is’ (bevinding 8) en dat ‘(h)oewel de inhouding te hoog is, (-) de commissie van concrete aanwijzingen die wijzen op arbeidsuitbuiting en mensenhandel niet is gebleken” (bevinding 9).
21 juni 2014 tot en met 31 december 2014. De laatste CAO Bouwnijverheid liep af op
31 december 2014. Er is thans nog geen nieuwe CAO Bouwnijverheid afgesloten. Bepalingen van de CAO BTER zijn algemeen verbindend verklaard van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015.
Indien het werk zo ver van de woning van de werknemer gelegen is dat dagelijks huiswaarts keren van de werknemer onredelijk zou zijn, zal zijn voeding, behoorlijke huisvesting en een vergoeding voor de verdere noodzakelijke verblijfkosten tijdens de daardoor ontstane afwezigheid van huis, voor rekening komen van de werkgever, tenzij de werkgever een naar behoorlijke maatstaven uitgeruste verblijfsgelegenheid ter beschikking stelt en ter tegemoetkoming in de kosten voor voeding een toelage van € 6,65 per dag verstrekt. Het recht op vergoeding voor de verdere noodzakelijke verblijfkosten komt te vervallen als de zaken waarop deze kosten betrekking hebben in natura worden verstrekt. De werknemer behoudt recht op vrije voeding en logies, indien hij door ziekte of ongeval arbeidsongeschikt wordt, voor zolang hij verblijf houdt in de plaats waar hij te werk is gesteld.” Artikel 50 van de CAO Bouwnijverheid 2014 geeft de werknemer die dagelijks in totaal meer dan 15 kilometer moet reizen om van zijn woning naar het werk en weer terug te komen recht op vergoeding van reiskosten.
(v)anuit het gemeenschappelijk belang van de opdrachtgever, opdrachtnemer en onderaannemers’ heeft besloten dat ‘(d)e in rekening gebrachte huisvestingskosten zullen worden terugbetaald.” Avenue2 heeft vervolgens aan de Portugese werknemers van Rimec Works en Rimec Empresa totaal € 424.139,35 betaald. In de brief van 10 maart 2014 die Avenue2 hierover aan deze werknemers heeft gestuurd, heet het: “
(…) Avenue2 Infra has decided it will honour the commitment it made to the Expert Committee and will therefore reimburse the cost for housing as a goodwill gesture. To determine the amount of the payments to the Portuguese workers, Avenue2 Infra has based its calculations on the periode from May, 2012, until December 31, 2013.” Daartegenover hebben deze werknemers, individueel en in hun eigen taal, in of omstreeks maart 2014 jegens Avenue2, Rimec Works en Rimec Empresa afstand gedaan van “
all other claims and fees relating to the possible applicability of a collective agreement, which for avoidance of any doubt includes full indemnification for housing and daily cost allowance as set out if they were ever deemed applicable to me.” De Poolse werknemers van Mecra zijn door Avenue2 niet gecompenseerd.
31 maart 2015 aan Mecra verzonden. De betaaltermijn was veertien dagen. De premienota’s voor werknemers die door Mecra ter beschikking zijn gesteld aan Avenue2 en die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn geweest van Mecra bedragen in totaal
€ 838.960,83 voor 124 personen en € 1.799.036,73 voor 192 personen).
4.4. Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
of haar werknemers van toepassing zijn;
haar werknemers van toepassing is;
gestelde bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid valt;
Mecra heeft;
een maand geplaatst te houden onder de titel “
RECTIFICATIE”, zonder enige
commentaar, weerwoord en/of foto’s en andere toevoegingen, met de navolgende tekst:
“
In de maand oktober 2013 en de daarop volgende maanden hebben wij, onder anderein de media, maar ook jegens marktpartijen in de bouwsector, uitlatingen gedaan overRimec, waarin zij in verband wordt gebracht met uitbuiting van werknemers op hetproject ter realisering van de Willem-Alexandertunnel te Maastricht, en op andereprojecten ten behoeve waarvan zij werknemers te werk heeft gesteld. DeExpertcommissie A2 Maastricht heeft onderzoek verricht naar de grondslag voor de beschuldigingen die wij hebben gedaan, en heeft in haar rapport van 22 november 2013geconcludeerd dat van concrete aanwijzingen voor arbeidsuitbuiting en mensenhandelniet is gebleken. Onze uitlatingen ontberen dan ook feitelijke grondslag en dienen teworden gerectificeerd”, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom;
Bouwend Nederland, ieder voor zich alsmede in gezamenlijkheid, uitvoering hebben
gegeven aan een mededingingsbeperkende afspraak in de zin van artikel 6
Mededingingswet, inhoudende de oproep tot c.q. het bewerkstelligen van een
collectieve boycot;
haar economische machtspositie in de zin van artikel 24 Mededingingswet door haar
collectieve economische machtspositie op de bouwmarkt zodanig te misbruiken dat de
facto Mecra, als aanbieder en leverancier op die markt, het werken onmogelijk is
gemaakt;
Bouwend Nederland, ieder voor zich alsmede gezamenlijk, onrechtmatig hebben
gehandeld door het opwekken tot boycot c.q. het bewerkstelligen van een collectieve
boycot;
onrechtmatig over Mecra hebben uitgelaten;
Bouwend Nederland hoofdelijk, althans ieder voor zich jegens Mecra aansprakelijk zijn
voor de schade die zij hebben toegebracht, op te maken bij staat,
4.2 TBB heeft in reconventie gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad:
i. Mecra zal veroordelen om van de CAO Bouw primair alle bepalingen, subsidiair de
bepalingen als genoemd in bijlage 3 bij die cao na te leven jegens de werknemers die
Mecra ter beschikking heeft gesteld aan Avenue2, en wel primair vanaf 1 januari 2012,
subsidiair in de perioden dat de CAO Bouwnijverheid algemeen verbindend is
verklaard en meer subsidiair in de perioden dat de ABU-CAO algemeen verbindend is
verklaard;
van de CAO Bouwnijverheid te controleren en dat Mecra gehouden is om aan die
controle medewerking te verlenen;
iii. Mecra zal veroordelen om, binnen twee weken na betekening van het vonnis, over de
verstrekken de loonstroken, arbeidsovereenkomsten, uitbetalingslijsten, jaaropgaven,
verzamelloonstaten, maandelijkse journaalposten en overzichten van uitbetaalde
overuren betreffende de (voormalige) werknemers die Mecra aan Avenue2 ter
beschikking heeft gesteld, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 25.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra deze verplichting niet (volledig)
nakomt, met een maximum van € 1.000.000,-;
over de periode dat zij de bepalingen van de CAO Bouwnijverheid moet toepassen aan
TBB een schriftelijk overzicht te verstrekken van alle (voormalige) werknemers die
Mecra aan Avenue2 ter beschikking heeft gesteld, en wel uitgesplitst per week voor
iedere week in de periode van 1 januari 2012 tot en met de maand waarin het eindvonnis
wordt gewezen, en met per werknemer vermeld de volledige naam, geboortedatum,
adres, gewerkte uren, bruto uurloon, vakantietoeslag, overwerktoeslag, aantal
opgenomen vakantiedagen en roostervrije dagen, en overige toeslagen en inhoudingen,
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- per dag of gedeelte
van een dag dat Mecra deze verplichting niet (volledig) nakomt, met een maximum van
€ 1.000.000,-;
verstrekken een goedkeurende verklaring van een registeraccountant, verbonden aan een
Nederlandse vestiging van Deloitte, PWC of EY, uit welke verklaring blijkt dat het
onder iv. bedoelde overzicht en de daarin genoemde gegevens volledig en correct zijn,
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- per dag of gedeelte van
een dag dat Mecra deze verplichting niet (volledig) nakomt, met een maximum van
€ 1.000.000,-;
maand ter beschikking zijn gesteld aan Avenue2, alsmede alle arbeidsovereenkomsten
van de werknemers die die maand ter beschikking zijn gesteld aan Avenue2, tenzij de
arbeidsovereenkomsten van de betreffende werknemers identiek zijn aan de arbeids-
overeenkomsten die Mecra voor die werknemers al eerder aan TBB heeft verstrekt,
zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- per dag of gedeelte van
een dag dat Mecra deze verplichting niet (volledig) nakomt, met een maximum van
€ 1.000.000,-;
vii. Mecra zal veroordelen om, binnen vier weken na betekening van het vonnis,
zodanige nabetalingen te doen aan de (voormalige) werknemers die zij ter beschikking
heeft gesteld aan Avenue2, dat deze werknemers hebben ontvangen waarop zij
ingevolge het onder 1 gevorderde recht hebben, zulks op straffe van verbeurte van een
dwangsom van € 25.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra deze verplichting
niet (volledig) nakomt, met een maximum van € 1.000.000,-;
schriftelijke stukken te verstrekken waaruit blijkt dat zij de onder vii. gevorderde
veroordeling volledig en juist is nagekomen, zulks op straffe van verbeurte van een
dwangsom van € 25.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra deze verplichting
niet (volledig) nakomt, met een maximum van € 1.000.000,-;
met hetgeen Mecra mogelijk al heeft betaald als voorschot op de (forfaitaire)
schadevergoeding;
4.3 Bpf heeft in reconventie gevorderd dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad:
statuten, reglementen en besluiten van het bestuur van het Bpf Bouw en verplicht is om
overeenkomstig die statuten en reglementen premie te betalen aan het Bpf Bouw;
ii. Mecra zal veroordelen om, binnen vier weken na betekening van het vonnis, aan
Bpf Bouw elektronisch, via de website http://administratienet.nl en op de wijze zoals
omschreven in het Handboek Opgave Loon en Premie en de Technische Beschrijving
voor het loon- en salarispakket, de gegevens te verstrekken van de werknemers die
vanaf 24 mei 2012 bij haar werkzaam zijn (geweest), zulks op straffe van verbeurte van
een dwangsom van € 10.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra hiermee
geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 1.000.000,-;
Bpf Bouw te verstrekken een goedkeurende verklaring van een registeraccountant,
verklaring blijkt dat de ingevolge de vordering onder ii. aan te leveren gegevens
volledig en juist zijn en waarin de registeraccountant een goedkeurend oordeel
gegevens, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per dag of
gedeelte van een dag dat Mecra hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een
maximum van € 1.000.000,-;
iv. Mecra zal veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis
aan Bpf Bouw te voldoen € 3.022.861,38 althans € 384.863,82 aan premies, te
vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 april 2015 tot de algehele
voldoening;
i. om met ingang van 18 maart 2015 voor de duur van het geding aan de door haar voor
ii. om binnen vier weken na 18 maart 2015 aan TBB de gegevens te verstrekken van de
aan Avenue2 of haar vennoten ter beschikking gestelde arbeidskrachten, daaronder hun
arbeidsovereenkomsten, loonstroken en jaaropgaven, de uitbetalingslijsten,
verzamelloonstaten, de maandelijkse journaalposten en ene overzicht van de aan deze
arbeidskrachten uitbetaalde overuren, betrekking hebbend op de periode van 1 januari
2012 tot 18 maart 2015, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 10.000,- per dag dat Mecra in gebreke is, tot een maximum van in totaal € 100.000,-;
iii. om binnen tien dagen na 18 maart 2015 ter verzekering van de voldoening van hetgeen
zij ten behoeve van de door haar voor het A2-project ter beschikking gestelde
arbeidskrachten op grond van de CAO Bouwnijverheid nog verschuldigd zal blijken te
zijn, € 500.000,- over te maken op een geblokkeerde rekening van een notaris te
degene(n) die op die uitbetaling ingevolge het in het eindvonnis in het hoofdgeding door
Mecra verschuldigde recht zal (zullen) blijken te hebben.
Ter comparitie van 4 juni 2015 is namens Mecra verklaard dat zij van de overmaking van genoemd bedrag op een geblokkeerde rekening heeft afgezien, omdat zij zich vanwege haar bedrijfseconomische situatie voor de keuze gesteld zag om ófwel de procedure voort te zetten teneinde alsnog in het gelijk te worden gesteld ófwel om faillissement aan te vragen, waarna zij voor het eerste heeft gekozen.
in conventie:ii. de vorderingen van Mecra afgewezen;
iii. Mecra veroordeeld in de proceskosten van TBB, [geïntimeerde 1] , FNV, [geïntimeerde 2] en Van
Veldhuizen;
iv/v. Mecra veroordeeld in de proces- en nakosten van Bouwend Nederland, vermeerderd
met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na datum van het vonnis respectievelijk
de betekening tot de dag van volledige betaling;
vi. Mecra veroordeeld in de proces- nakosten van Bpf Bouw;
de werknemers van haarzelf en die van Rimec Works en Rimec Empresa, die Mecra
vanaf 1 januari 2012 ter beschikking heeft gesteld aan Avenue2 en bepaald dat deze
veroordeling niet geldt voor de Portugese arbeidskrachten met wie Avenue2, Rimec
Works en Rimec Empresa een vaststellingsovereenkomst (met daarin de ‘waiver’)
hebben gesloten;
viii. voor recht verklaard dat TBB bevoegd is naleving door Mecra van de bepalingen van de
CAO Bouwnijverheid te controleren en dat Mecra gehouden is om aan die controle
medewerking te verlenen;
ix. Mecra veroordeeld om, binnen twee weken na betekening van dit vonnis, aan TBB te
verstrekken de loonstroken, arbeidsovereenkomsten, uitbetalingslijsten, jaaropgaven,
verzamelloonstaten, maandelijkse journaalposten en overzichten van uitbetaalde
overuren betreffende de (voormalige) werknemers die Mecra aan Avenue2 ter
beschikking heeft gesteld, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra deze verplichting niet (volledig)
nakomt, met een maximum van € 100.000,-;
x. Mecra veroordeeld om, binnen twee weken na betekening van dit vonnis, aan TBB een
schriftelijk overzicht te verstrekken van alle (voormalige) werknemers die Mecra aan
Avenue2 ter beschikking heeft gesteld, en wel uitgesplitst per week voor iedere week in
de periode van 1 januari 2012 tot 1 maart 2015, en met per werknemer vermeld de
volledige naam, geboortedatum, adres, gewerkte uren, bruto uurloon, vakantietoeslag,
overwerktoeslag, aantal opgenomen vakantiedagen en roostervrije dagen, en overige
toeslagen en inhoudingen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra deze verplichting niet (volledig)
nakomt, met een maximum van € 100.000,-;
xi. Mecra veroordeeld om, binnen vier weken na betekening van dit vonnis, aan TBB te
verstrekken een goedkeurende verklaring van een registeraccountant, verbonden aan een
Nederlandse vestiging van Deloitte, PWC of EY, uit welke verklaring blijkt dat het sub
(viii) bedoelde overzicht en de daarin genoemde gegevens volledig en correct zijn, zulks
op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- per dag of gedeelte van een
€ 100.000,--;
nabetalingen te doen aan de arbeidskrachten die zij ter beschikking heeft gesteld aan
Avenue2, dat deze arbeidskrachten hebben ontvangen waarop zij ingevolge het hiervoor
onder v. vermelde recht hebben, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra deze verplichting niet (volledig)
nakomt, met een maximum van € 100.000,-;
schriftelijke stukken te verstrekken waaruit blijkt dat zij de veroordeling onder v.
volledig en juist is nagekomen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra deze verplichting niet (volledig)
nakomt, met een maximum van € 100.000,-;
eigen kosten dragen;
reglementen en besluiten van het bestuur van Bpf Bouw en verplicht is om
overeenkomstig die statuten en reglementen premie te betalen aan Bpf Bouw;
elektronisch, via de website http://administratienet.nl en op de wijze zoals omschreven
in het Handboek Opgave Loon en Premie en de Technische Beschrijving voor het loon-
en salarispakket, de gegevens te verstrekken van de werknemers die vanaf 24 mei 2012
op basis van een arbeidsovereenkomst bij haar werkzaam zijn (geweest) en die ter
beschikking zijn gesteld aan Avenue2, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom
van € 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra hiermee geheel of gedeeltelijk
in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,-;
verstrekken een goedkeurende verklaring van een registeraccountant, verbonden aan een
Nederlandse vestiging van Deloitte, PWC of EY, uit welke verklaring blijkt dat de
ingevolge hetgeen hiervoor is vermeld onder sub ix. aangeleverde gegevens volledig en
juistheid en volledigheid van de genoemde gegevens, zulks op straffe van verbeurte van
een dwangsom van € 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat Mecra hiermee geheel
of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,-;
te voldoen een bedrag van € 3.022.861,38, met de wettelijke handelsrente over
€ 384.863,82 en de wettelijke rente over de rest van eerstgenoemd bedrag vanaf 14 april
2015 tot de voldoening;
5.5. De beoordeling van de grieven en de vordering
het land waar of, bij gebreke daarvan, van waaruit de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht” moet worden uitgelegd. In de considerans is vermeld:
“
(…) (23) Wat overeenkomsten met als zwakker beschouwde partijen betreft, moeten deze partijen worden beschermd door collisieregels die gunstiger zijn voor hun belangen dan de algemene regels.(…)(36) Met betrekking tot de individuele arbeidsovereenkomsten dient het verrichten van arbeid in een ander land als tijdelijk aangemerkt te worden wanneer van de werknemer wordt verwacht dat hij na de voltooiing van zijn taak in het buitenland opnieuw arbeid in het land van herkomst verricht. Het sluiten van een nieuwe arbeidsovereenkomst met de oorspronkelijke werkgever of met een werkgever die tot dezelfde groep van bedrijven behoort als de oorspronkelijke werkgever, mag niet beletten dat de werknemer geacht wordt zijn arbeid tijdelijk in een ander land te verrichten.(…)”
5.8 Voor het geval het aanhangige geding niet op grond van artikel 6 lid 2 sub a van het Verdrag van Rome 1980, oftewel artikel 8 lid 2 Rome I kan worden beslecht, moet artikel
6 lid 2 sub b van het Verdrag van Rome, welk artikel de voorganger is van en (vrijwel) gelijkluidend is aan het huidige artikel 8 lid 3 Rome I, worden toegepast. In voornoemd arrest van 15 december 2011 heeft het Hof van Justitie dit bepaald. Tevens heeft dat hof in dat arrest aanknopingscriteria geformuleerd voor de wijze waarop artikel 6 lid 2 sub a van het Verdrag van Rome 1980, oftewel artikel 8 lid 3 Rome I moet worden uitgelegd.
Het hof zal Mecra op grond van artikel 22 Rv in de gelegenheid stellen bij akte deze stukken en gegevens in het geding te brengen. Voor het nemen van deze akte geldt op grond van artikel 2.11 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven een termijn van vier weken. Daarna zullen TBB, Bpf Bouw, [geïntimeerde 1] , FNV, [geïntimeerde 2] , [geïntimeerde 3] en Bouwend Nederland daarop bij antwoordakte mogen reageren.
6.6. De beslissing
27 juni 2017;