In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte werd veroordeeld voor bedreigingen en een poging tot moord op zijn ex-partner in 2012. Het hof bevestigde de eerdere veroordeling, maar matigde de straf. De verdachte had op 24 oktober 2012 zijn ex-partner met een mes gestoken, nadat hij haar eerder die dag had bedreigd via sms en brief. Het hof oordeelde dat de verdachte voldoende tijd had om na te denken over zijn daad, wat duidt op voorbedachte raad. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf van 6 jaar opgelegd, evenals de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met bevel tot verpleging. Het hof bevestigde de gevangenisstraf, maar verwierp de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf, omdat de proeftijd nog niet was aangevangen. De uitspraak benadrukt de ernst van het delict en de impact op het slachtoffer, die ernstig letsel had opgelopen en in een kunstmatige coma was gehouden. Het hof hield rekening met de antisociale gedragsstoornis van de verdachte, maar besloot tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 jaar, met de mogelijkheid van tbs.