Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Enschede(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) van belanghebbende werd verminderd. Belanghebbende, die in 2012 een bijstandsuitkering ontving, had een aanslag opgelegd gekregen op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.651. Na bezwaar werd dit bedrag verlaagd naar € 18.752. De rechtbank oordeelde dat belanghebbende recht had op zelfstandigenaftrek en startersaftrek, omdat hij aan het urencriterium voldeed. De inspecteur ging hiertegen in hoger beroep.
Tijdens de zitting werd het bewijs van de gewerkte uren door belanghebbende ter discussie gesteld. De inspecteur betwistte de betrouwbaarheid van de door belanghebbende overgelegde dag- en weekstaten, die na afloop van het jaar waren opgesteld. Het hof oordeelde dat de week- en dagstaten onvoldoende bewijskracht hadden en dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat hij aan het urencriterium voldeed. Het hof verwierp ook het beroep van belanghebbende op het vertrouwensbeginsel, omdat de inspecteur zich het recht had voorbehouden om de urenverantwoording te toetsen.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat belanghebbende geen recht had op de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek, en bevestigde de aanslag op een belastbaar inkomen van € 18.752. Het verzoek van belanghebbende om schadevergoeding wegens schending van auteursrecht werd niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige belastingkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 mei 2017.