ECLI:NL:GHARL:2017:3872
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Sekeris
- M. Vlieger-Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter over administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding met trajectcontrole
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 8 mei 2015 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 110,- opgelegd gekregen wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 15 km/h. De overtreding vond plaats op 18 oktober 2013 op de A2 te Abcoude. De betrokkene stelde in hoger beroep dat de flitscontrole onrechtmatig was, omdat deze plaatsvond binnen een trajectcontrole. Hij verwees naar een besluit van de Tweede Kamer en voerde aan dat de trajectcontrole pas begint bij het aankondigingsbord, niet bij de feitelijke meting. Daarnaast stelde hij dat de redelijke termijn van berechting was overschreden en dat de boetebedragen te hoog waren.
Het hof oordeelde dat de meting niet onrechtmatig was, omdat de controle aanvangt waar de snelheidsmeting feitelijk start. Het hof verwierp ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat er geen bewijs was dat de betrokkene ongelijk werd behandeld ten opzichte van andere overtreders. Wat betreft de redelijke termijn van berechting, oordeelde het hof dat deze niet was overschreden. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om vergoeding van kosten af. De uitspraak benadrukt dat in WAHV-zaken de ambtsedige verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende is, tenzij er specifieke feiten zijn die aan de juistheid daarvan twijfelen.