Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante] B.V.,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van grieven,
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
€ 11.970,04.
4.Debeoordelingvanhetgeschilinhogerberoep
”onderhoud: klein onderhoud is voor rekening van huurder, [appellante]Groot onderhoud is voor rekening van verhuurder, [geïntimeerde]Vervanging binnen een jaar is klein onderhoudGroot onderhoud is hetgeen wat normaliter langer meegaat dan een jaar en waarop wordt afgeschreven.Bij vervanging van het één en ander kontakt met elkaar opnemen. Bij acuut probleem direct aktie.”
Agr.r.2001/5077). Dat partijen op dit punt van de wettelijke regeling zijn afgeweken is niet gesteld noch gebleken. Deze kosten komen evenwel niet (geheel) voor rekening van [geïntimeerde] indien [geïntimeerde] stelt en na betwisting bewijst dat [appellante] haar verplichting tot oplevering in goede staat niet is nagekomen. Het hof oordeelt als volgt.
“do.23/6 2011(…)[geïntimeerde] - [appellante]van 13.30 tot 17.30nota’s vorig jaar, aanpassing vergoeding naar huidige marktsituatie.(…)ma 27/6 201108.00 kantoor[geïntimeerde] . Vergoeding stal€ 19,= p.plaats inc. rechten en watertot 1-1-2012”
“ [geïntimeerde] – wil [appellante] een tegemoetkoming doen van € 2000 voor water en € 500 in klein onderhoudskosten”waaruit [appellante] afleidt dat de vordering van [geïntimeerde] met een bedrag van € 2.500 moet worden verminderd. Het hof verwerpt dat standpunt. [appellante] heeft tijdens de comparitie na aanbrengen in hoger beroep erkend dat hij met [geïntimeerde] geen afspraken heeft gemaakt over compensatie. De notitie rept slechts van een voornemen van [geïntimeerde] terwijl uit de aantekening niet blijkt dat partijen samen een bespreking hadden op dat moment. Op 10 juni 2011 hebben partijen volgens de aantekeningen van [bedrijfsadviseur] de kosten van onder meer het verbruikte water besproken. In de aantekeningen komt de voorgenomen tegemoetkoming niet terug.
- I&R 2011
Wat het bedrag van € 109 voor de dierenregistratie I&R over 2011 betreft, heeft [appellante] onder verwijzing naar de door haar overgelegde stukken voldoende nader toegelicht dat zij de kosten heeft voldaan. [geïntimeerde] stelt naar aanleiding daarvan nader dat hij de kosten óók heeft betaald en dat [appellante] het door haar betaalde van I&R moet terugvorderen. Op welke grondslag [appellante] daartoe jegens [geïntimeerde] gehouden zou zijn – en [geïntimeerde] niet zelf terugbetaling kan vorderen – heeft [geïntimeerde] niet toegelicht, zodat het bedrag van € 109 alsnog wordt afgewezen.
- kosten KPN
heeft kosten waarvan hij stelt dat hij deze voor het alarmsysteem aan KPN heeft voldaan, van [appellante] gevorderd. Op de door hem overgelegde rekening afschriften staat telkens vermeld “KPN-Mobiel”. [appellante] heeft primair betwist dat deze kosten zien op het alarmsysteem. [geïntimeerde] heeft daartegenover zijn stelling niet nader toegelicht, zodat ook deze post van € 270,54 (€ 114,24 en € 156,30) alsnog wordt afgewezen.
- slachtmerken
In het midden kan blijven het antwoord op de vragen of de verzorger [verzorger] slachtmerken ‘heeft overgenomen’ van [geïntimeerde] toen de slachtmerken van [appellante] op waren en of [appellante] daarvoor moet betalen. [appellante] heeft betwist dat het gevorderde bedrag de kosten voor de slachtmerken zijn geweest en [geïntimeerde] heeft die kosten niet onderbouwd. De post van
€ 245,38 zal alsnog worden afgewezen.
- Rendac
[appellante] betwist de kosten van € 67,98 verschuldigd te zijn onder verwijzing naar de vermeende onbetrouwbaarheid van de verklaring van [verzorger] . Die betwisting is niet genoegzaam in het licht van het overgelegde gedetailleerde ophaaloverzicht van Rendac en de daarmee corresponderende factuur (productie 5 bij akte van 5 november 2013 van [geïntimeerde] ) waarvan [geïntimeerde] de kosten voor het ophalen (drie keer) van vier kadavers van slachtvarkens voor rekening van [appellante] heeft gebracht.
- Gezondheidsdienst
betwist dat haar varkens onderworpen zijn geweest aan onderzoek door de Gezondheidsdienst. Gelet op de feiten dat de specificatie bij de factuur van € 44,36 van de Gezondheidsdient voor Dieren het UBN van [geïntimeerde] vermeldt waarop de varkens van [appellante] werden gehouden, de inzenddatum 10 september 2012 van (kennelijk) een monster en dat onderzoek gedaan is naar Salmonella, SVD en Aujeszky antistoffen, is deze betwisting niet genoegzaam.
Grief 5 slaagt al met al gedeeltelijk waardoor het hof een totaalbedrag van € 624,92 (270,54 + 109 + 245,38) alsnog zal afwijzen.
849,15
€ 3.531,15
5.De beslissing
€ 7.366,13, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 januari 2013 tot de dag van algehele voldoening;