ECLI:NL:GHARL:2017:3289

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
WAHV 200.191.329
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. de Witt
  • A. Zomer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie voor parkeren in strijd met parkeerverbod

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, die op 28 april 2016 een beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie van € 90,- ongegrond heeft verklaard. De sanctie was opgelegd voor het parkeren in strijd met een parkeerverbod op 10 januari 2015 te Gorinchem. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een behandeling ter zitting, evenals om vergoeding van kosten. Tijdens de zitting op 4 april 2017 heeft de gemachtigde verklaard dat de betrokkene de beschikking niet meer bestrijdt, omdat de kantonrechter de beschikking heeft beoordeeld en rechtmatig heeft bevonden. Hierdoor is het belang aan een uitspraak van het hof komen te ontvallen, en heeft het hof het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Het hof heeft verder overwogen dat de gemachtigde in de fase van het administratief beroep onvoldoende kenbaar heeft gemaakt dat hij wilde worden gehoord. De enkele verwijzing naar artikel 7, tweede lid, van de WAHV was niet voldoende. De officier van justitie was daarom niet verplicht om de indiener van het beroepschrift te horen. Het hof heeft het verweer van de gemachtigde verworpen en geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten. De gemachtigde heeft ook een beroep gedaan op schadevergoeding voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, maar dit verzoek is afgewezen. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bevestigd voor het overige en het verzoek tot vergoeding van kosten afgewezen.

Uitspraak

WAHV 200.191.329
18 april 2017
CJIB 187350397
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam
van 28 april 2016
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats] ,
voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde] ,
kantoorhoudende te [plaats] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
Bij het beroepschrift is verzocht om een behandeling ter zitting.
Tevens is verzocht om vergoeding van kosten.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
De zaak is behandeld ter zitting van 4 april 2017. De betrokkene is verschenen bij gemachtigde. Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. H. de Ruijter.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “parkeren in strijd met een parkeerverbod/parkeerverbodszone (bord E1)”, welke gedraging zou zijn verricht op 10 januari 2015 om 11:45 uur op de Baljuwstraat te Gorinchem met het voertuig met het kenteken [kenteken] .
2. De gemachtigde heeft ter zitting gesteld dat de betrokkene de aan haar opgelegde beschikking thans niet meer bestrijdt omdat zij door de uitspraak van de kantonrechter heeft verkregen hetgeen zij wenste, namelijk rechterlijke toetsing van die beschikking, en dat hij om die reden zijn eerder ingediend verweer tegen de beschikking intrekt.
De gemachtigde handhaaft zijn in hoger beroep opgeworpen stelling dat de kantonrechter de beslissing van de officier van justitie ten onrechte niet, wegens schending van de hoorplicht en gebrekkige motivering, heeft vernietigd en dat de beslissing van de kantonrechter om die reden moet worden vernietigd. Hij heeft ter zitting ter onderbouwing van zijn stelling een arrest van de belastingkamer van de Hoge Raad d.d. 19 januari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:114) overgelegd alsmede een (niet gepubliceerd) arrest van het hof d.d.
29 maart 2017, gewezen in een zaak waarin de gemachtigde namens een betrokkene beroep had ingesteld. De gemachtigde handhaaft tevens zijn beroep op een schadevergoeding ten behoeve van de betrokkene. Die schade bestaat volgens de gemachtigde uit beroepsmatig verleende rechtsbijstand en moet om die reden aan de betrokkene worden vergoed.
3. Het hof verstaat de uitlatingen van de gemachtigde van de betrokkene ter zitting aldus dat de betrokkene, nu de aan haar opgelegde beschikking is beoordeeld door de kantonrechter en rechtmatig is bevonden, zij in de beslissing van de kantonrechter berust. Gelet daarop is het belang aan een uitspraak van het hof komen te ontvallen. In zoverre zal het hof het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
4. Voor zover de gemachtigde van de betrokkene heeft gesteld dat de betrokkene niettemin belang heeft bij vernietiging van de beslissing van de kantonrechter omdat daarbij de beslissing van de officier van justitie wegens schending van de hoorplicht ten onrechte niet is vernietigd, overweegt het hof als volgt.
5. Uit de stukken blijkt dat de gemachtigde in de fase van het administratief beroep onvoldoende kenbaar heeft gemaakt dat hij wilde worden gehoord. De enkele mededeling dat de betrokkene zich beroept op het recht van artikel 7, tweede lid, van de WAHV is daartoe niet toereikend. Derhalve was de officier van justitie niet gehouden de indiener van het beroepschrift te horen en was hij evenmin gehouden zulks in de motivering van zijn beslissing aan te geven. Het hof verwerpt het verweer. Voor vergoeding van proceskosten bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het gerechtshof:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk voor zover gericht tegen de beslissing van de kantonrechter ter zake van de rechtmatigheid van de opgelegde beschikking;
bevestigt de beslissing van de kantonrechter voor het overige;
wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Zomer als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.