Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
[appellanten],
de curator,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellanten, die in eerste aanleg gedaagden waren, hebben hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter van 8 juni 2016. De curator, die in zijn hoedanigheid als curator in het faillissement van een bedrijf optrad, was de eiser in eerste aanleg. De appellanten hebben op 17 augustus 2016 hoger beroep ingesteld, maar hebben niet tijdig de memorie van grieven ingediend, ondanks uitstel dat hen was verleend tot 14 februari 2017. Op deze datum hebben de appellanten geen grieven ingediend, waardoor het recht om grieven te dienen is vervallen. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om een memorie van eis in incidenteel appel in te dienen. Hierdoor heeft het hof het hoger beroep verworpen, omdat de appellanten geen grieven hebben ontwikkeld tegen het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft de appellanten ook veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 718,- aan verschotten en € 447,- aan salaris voor de advocaat.