Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Carrière-geldovereenkomst(…)
Algemeen
- Prijs;
- Waarde in het economisch verkeer van de prijs;
- Verschuldigde kansspelbelasting;
- Winnaar.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de inhouding van kansspelbelasting op een gewonnen prijs in de vorm van een carrièrefonds ter waarde van € 250.000 ter discussie staat. De Belastingdienst had in 2011 kansspelbelasting ingehouden op de uitbetaling van deze prijs, die was gewonnen in een quiz. De rechtbank had geoordeeld dat de inhouding terecht was, omdat het recht op uitbetaling van de prijs pas bestond op het moment dat de winnaar kosten had gemaakt en een verzoek tot uitbetaling had ingediend. In hoger beroep stelt [X] dat hij al in 2005 een onvoorwaardelijk recht op uitbetaling had moeten hebben, en dat de inhouding van kansspelbelasting eerder had moeten plaatsvinden. Het Hof oordeelt dat [X] in 2005 geen onvoorwaardelijk recht op uitbetaling had verkregen, omdat de voorwaarden voor uitbetaling nog niet waren vervuld. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de kansspelbelasting terecht in 2011 is ingehouden. De zaak behandelt ook het vertrouwensbeginsel, waarbij het Hof oordeelt dat er geen in rechte te beschermen vertrouwen is gewekt bij [X] dat de inhouding in 2005 had moeten plaatsvinden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van het voldoen aan voorwaarden voor het verkrijgen van een prijs en de rol van de Belastingdienst in de heffing van kansspelbelasting.