Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van het ouderlijk gezag. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 23 december 2015 aangevochten, waarin de moeder werd belast met het ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen. De ouders, die eerder gehuwd waren, hebben samen gezag over hun kinderen, maar de relatie tussen hen is ernstig verstoord. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders al geruime tijd niet meer functioneert en dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. De vader heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, maar het hof heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is om het gezag te wijzigen naar eenhoofdig gezag van de moeder. Het hof heeft daarbij de eerdere ondertoezichtstelling en de rol van de GI in de beoordeling betrokken. De beslissing van de rechtbank is bekrachtigd, waarbij het hof heeft benadrukt dat eenhoofdig gezag duidelijkheid en rust biedt voor de kinderen.