ECLI:NL:GHARL:2017:2673

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 maart 2017
Publicatiedatum
28 maart 2017
Zaaknummer
200.174.208/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake onrechtmatige aandelentransactie en schadevergoeding

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Holterman Wapeningsstaal B.V. tegen Wigchers Beheer B.V. en anderen, naar aanleiding van een onrechtmatige aandelentransactie. Holterman vorderde schadevergoeding van de geïntimeerden, die zij beschuldigde van onrechtmatig handelen bij de verkoop van aandelen in Waned Beheer B.V. De rechtbank Noord-Nederland had eerder de vordering van Holterman afgewezen, omdat zij onvoldoende bewijs had geleverd voor haar claims. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof de eerdere uitspraak van de rechtbank bekrachtigde. Het hof oordeelde dat Holterman niet kon aantonen dat de balans van Waned Beheer, die door Wigchers c.s. was verstrekt, onjuist was en dat er geen garanties waren gegeven. De rechtbank had terecht geoordeeld dat Holterman onvoldoende had gesteld om te concluderen dat er sprake was van onrechtmatig handelen. Het hof heeft Holterman in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 711,- voor verschotten en € 1.788,- voor salaris advocaat. Het arrest is gewezen op 28 maart 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.174.208/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/102994 / HA ZA 14-18)
arrest van 28 maart 2017
in de zaak van
Holterman Wapeningsstaal B.V.,
gevestigd te [A] ,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
Holterman,
advocaat: mr. J.W. Kobossen, kantoorhoudend te Nijmegen,
tegen

1.Wigchers Beheer B.V.,

gevestigd te [B] ,
hierna:
Wigchers,

2. Jes & Co B.V.,

gevestigd te [B] ,
hierna:
Jes,

3. Fuhler Emmen Holding B.V.,

gevestigd te [B] ,
hierna:
Fuhler,
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna gezamenlijk te noemen:
Wigchers c.s.,
advocaat: mr. J.J. Reiziger, kantoorhoudend te Assen.

1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 31 mei 2016 hier over.
1.2.
De in voornoemd tussenarrest bepaalde comparitie heeft plaatsgehad op
14 februari 2017. Het hiervan opgemaakte proces-verbaal bevindt zich bij de stukken. Mr. Reiziger heeft comparitieaantekeningen overgelegd, die aan het proces-verbaal zijn gehecht. Een schikking is niet bereikt.
1.3.
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald op het comparitiedossier.
1.4.
Holterman vordert in het hoger beroep:
"dat het hof bij arrest, zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 25 maart 2015 vernietigt en opnieuw rechtdoende:
- Wigchers, Jes en Fuhler veroordeelt tot betaling aan Holterman van de schade die Holterman geleden heeft ten gevolge van het onrechtmatig handelen en/of nalaten van geïntimeerden in het kader van de litigieuze aandelentransactie, die schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
-
- Wigchers, Jes en Fuhler veroordeelt in de kosten van het geding in beide instanties."

2.De vaststaande feiten

2.1.
Grief 1is gericht tegen de feitenvaststelling door de rechtbank onder rov. 2 van het vonnis van 25 maart 2015, in die zin dat Holterman de feitenvaststelling onvolledig acht.
Het hof stelt voorop dat het de rechter vrij staat uit de tussen partijen vaststaande feiten die selectie te maken welke hem voor de beoordeling van het geschil relevant voorkomt. Aangezien het hof de feiten zelf zal vaststellen en daarbij rekening zal houden met hetgeen door partijen in hoger beroep over en weer gesteld is, heeft Holterman geen belang bij de afzonderlijke behandeling van haar grief. De grief kan niet leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak.
2.2.
Tussen partijen staan de volgende feiten vast als enerzijds gesteld en anderzijds onvoldoende weersproken.
2.3.
WFH Beheer is opgericht op 9 oktober 2009. Wigchers, Jes en Fuhler hielden ieder een derde van de aandelen in WFH Beheer B.V. (hierna WFH Beheer).
2.4.
WFH Beheer op haar beurt hield 70 % van de aandelen in Waned Beheer B.V. (hierna: Waned Beheer) en de familie [C] (hierna [C] ) de overige 30%. Waned Beheer is in 2009 opgericht teneinde een doorstart van een onderneming uit een failliete vennootschap te realiseren. Waned Beheer is enig aandeelhouder van drie werkmaatschappijen, te weten Wapeningsstaal Nederland B.V., Waned Personeel B.V. en Vlechtwerken Nederland B.V. [C] voerde de directie over Waned Beheer en haar werkmaatschappijen.
2.5.
Waned Beheer en haar werkmaatschappijen hielden zich bezig met het verwerken van staal en aanverwante producten, alsmede het ter beschikking stellen van personeel voor het verrichten van werkzaamheden in de staalverwerkingsindustrie.
2.6.
Holterman drijft een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de handel in en het verwerken van wapeningsstaal en was een toeleverancier voor de werkmaatschappijen van Waned Beheer.
2.7.
In de zomer van 2010 zijn Wigchers c.s. in onderhandeling getreden met
Holterman over de overname van de aandelen van Wigchers c.s. in Waned
Beheer. Op 12 juli 2010 heeft hiertoe een bespreking plaatsgevonden bij Holterman. De uitgangspunten zijn in een mail van die datum van [D] (aandeelhouder en bestuurder van Jes, hierna te noemen: [D] ) aan [E] vastgelegd. [E] is de zoon van [F] . Laatstgenoemde is bestuurder van Holterman.
2.8.
Op 23 augustus 2010 heeft opnieuw een bespreking plaatsgevonden tussen [D] en [E] .
2.9.
Op 24 augustus 2010 heeft er een onderzoek in de administratie van
Waned Beheer en de werkmaatschappijen plaatsgevonden door [E] en de administrateur van Holterman, de heer [G] .
2.10.
Bij e-mailbericht van 26 augustus 2010 heeft [D] aan o.a. [E] , Wigchers, Fuhler en [C] onder meer het volgende geschreven:
" [E] [toevoeging hof: [E] voornoemd]
heeft mij zojuist gebeld met de mededeling dat we nog onvoldoende administratieve helderheid over de cijfers per
30 juni 2010 hebben gegeven. Ik heb inmiddels aan [H] en [I] gevraagd
om zo snel mogelijk na te gaan waaruit deze onduidelijkheid bestaat en deze vervolgens op
te lossen".
2.11.
Bij e-mailbericht van 31 augustus 2010 heeft [D] aan [E] onder meer het volgende geschreven
:
"(…) Achteraf is het niet mogelijk om voldoende grip te krijgen op de cijfers van Waned per
30 juni 2010. Dit geldt met name voor de posten voorraden en onderhanden werk (...)."
2.12.
Op 6 september 2010 heeft een bespreking plaatsgehad tussen [F] , [E] , [J] (aandeelhouder en bestuurder van Wigchers) en [D] . In dat gesprek heeft Holterman meegedeeld dat zij de aandelen in Waned Beheer niet wilde overnemen.
2.13.
Op 10 september 2010 heeft wederom een gesprek plaatsgevonden tussen
[J] , [F] en [G] Diezelfde dag hebben Wigchers, Jes en Fuhler voor de koopprijs van in totaal € 1,00 alle aandelen in WFH Beheer verkocht aan Holterman. Naast de verplichting tot betaling van de kooprijs van € 1,00 heeft Holterman de verplichting op zich genomen een schuld ten bedrage van € 1.057.800,- van WFH Beheer aan Wigchers c.s. te voldoen .
2.14.
In de koopovereenkomst van 10 september 2010 is onder meer het navolgende opgenomen:
"(…)
Artikel 6 Garantie van Verkoper
1. Verkoper verleent geen garanties. Koper is bekend met alle gegevens betreffende de
vennootschap en haar dochtermaatschappijen.
(…)
Artikel 11 Afstand ontbindingsrechten en toepassing Titel 1 Boek 7 BW
1. Partijen zullen bij de levering van de Aandelen afstand doen van het recht om op welke
grond dan ook - geheel of gedeeltelijk - ontbinding van de Overeenkomst respectievelijk de
levering van de aandelen te vorderen
2. Partijen sluiten de toepassing van Titel I van boek 7 Burgerlijk Wetboek op deze
Overeenkomst uit.(…)"
2.15.
Aan de koopovereenkomst is een balans van WFH Beheer per 31 augustus 2010
"(na verwerking aankoop [C] )"gehecht. De balans vermeldt een deelneming Waned Beheer B.V. (100%) ad € 200.000,00. De balans is opgesteld door [D] .
2.16.
In de periode tussen 10 september 2010 en 27 september 2010 heeft WFH Beheer alle aandelen (van [C] ) in Waned Beheer verworven.
2.17.
Op 27 september 2010 zijn de aandelen aan Holterman geleverd. In de akte van levering is onder meer het navolgende opgenomen.
Bepalingen
Artikel 2 - Eigenschappen van de aandelen
De eigenschappen van de aandelen moeten aan de overeenkomst beantwoorden (conformiteitsvereiste als bedoeld in artikel 7:17 Burgerlijk Wetboek). Tot die eigenschappen worden niet gerekend de eigenschappen van de vennootschap en haar ondernemingen, behalve voor zover het betreft de op de vennootschap betrekking hebbende garanties en verklaringen van de verkoper, vermeld in artikel 5.
Artikel 5 - Garanties en verklaringen van verkoper
1. Verkoper garandeert ten aanzien van de vennootschap:
Met betrekking tot de aandelen, besluiten en statuten:
(...)
b. De aandelen zijn alle volgestort.
(...).
2. Verkoper verklaart dat hij koper al die inlichtingen heeft verschaft en zal verschaffen, die
ter kennis van koper behoren te worden gebracht, met dien verstande dat inlichtingen over
feiten welke aan koper bekend zijn of uit eigen onderzoek bekend hadden kunnen zijn, voor
zover een dergelijk onderzoek naar de geldende verkeersopvattingen van koper verlangd
mag worden, door verkoper niet aan koper behoeven te worden verstrekt. (…)
AFLOSSING VERSTREKTE LENING DOOR AANDEELHOUDERS
1. Koper garandeert dat de schuld van de vennootschap aan de huidige aandeelhouders, zijnde per éénendertig augustus tweeduizend tien een bedrag ad (…) (€ 1.057,800,00 ) zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk éénendertig december tweeduizend tien, zal worden afgelost."

3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

3.1.
Holterman heeft in eerste aanleg gevorderd, verkort weergegeven, betaling door Wigchers c.s. van de schade die Holterman geleden heeft als gevolg van het onrechtmatig handelen en nalaten van Wigchers c.s. in het kader van de aandelentransactie, die schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met veroordeling van Wigchers c.s. in de kosten van dit geding. Holterman heeft hieraan, kort weergegeven, ten grondslag gelegd dat Wigchers c.s. aan haar een apert onjuiste overnamebalans d.d. 31 augustus 2010 van WFH Beheer hebben verstrekt, waarbij de waarde van de deelneming Waned Beheer veel te hoog is voorgesteld.
3.2.
Wigchers c.s. hebben tot hun verweer aangevoerd dat zij volledige openheid van zaken hebben gegeven, maar dat de betrokken partijen hebben geconcludeerd dat een goed inzicht in de financiële situatie van Waned Beheer en de werkmaatschappijen niet mogelijk was. Daarom is een koopsom van € 1,- overeengekomen en zijn er geen garanties door de verkoper verstrekt. Alle partijen wisten dat dat het overzicht geen juist en betrouwbaar beeld gaf van de financiële stand van zaken binnen de onderneming.
3.3.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Holterman onvoldoende heeft gesteld om te kunnen concluderen dat Wigchers c.s. onrechtmatig hebben gehandeld en heeft de vordering afgewezen en Holterman in de proceskosten veroordeeld.

4.De beoordeling van de grieven en de vordering

4.1.
Holterman heeft aan haar vordering in het hoger beroep het volgende ten grondslag gelegd. Na aanvankelijke weigering op 6 september 2010 om de aandelen in Waned Beheer over te nemen omdat tot op dat moment geen inzicht kon worden verkregen over de financiële toestand van Waned Beheer, werd tijdens de bespreking van 10 september 2010 door [J] , handelende namens Wigchers c.s., aan Holterman een geconsolideerde balans van Waned Beheer verstrekt (prod. 2 mvg) en is door Wigchers de (mondelinge) mededeling gedaan dat die balans "de werkelijkheid bij Waned Beheer nagenoeg weergeeft". Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft Holterman dit nader gepreciseerd in de zin dat [J] tijdens de bespreking van 10 september 2010 heeft gezegd dat hij zelf de voorraden en de debiteuren van Waned Beheer heeft geteld en beoordeeld en dat de gepresenteerde cijfers van Waned Beheer hoogstens een negatieve afwijking van in totaal ongeveer € 10.000,- te zien konden geven. Holterman heeft gesteld dat de geconsolideerde balans van Waned Beheer en de door [J] gedane mededeling naast de inwilliging van de twee overige voorwaarden (te weten: WFH Beheer diende 100% van de aandelen in Waned Beheer te verwerven en Holterman wenste de aandelen in WFH Beheer over te nemen om zo (ook) het bedrijfspand te verwerven) de reden vormden om tot aankoop van de aandelen in WFH Beheer over te gaan. De gepresenteerde cijfers met betrekking tot Waned Beheer zijn in negatieve zin onjuist gebleken en gaven in het geheel geen getrouw beeld van de waarde van Waned Beheer. Als eigen vermogen van Waned Beheer op de balans van 10 september 2010 is een bedrag van € 135.000,- opgenomen. De accountant van Holterman (hierna: Countus) heeft in zijn rapport van 31 augustus 2012 (hierna: rapport Countus, prod. 4 inl. dagvaarding) geconcludeerd dat het 100% belang van WFH Beheer in Waned Beheer een waarde had van negatief € 547.348,-.
4.2.
Wigchers c.s. hebben gesteld dat de balans van 10 september 2010 hen niet bekend is, dat dit stuk niet door hen is opgesteld en niet door [J] aan Holterman is overhandigd. De thans door Holterman gepresenteerde balans van 10 september 2010 is dan ook nooit onderwerp van gesprek geweest. Zij merken daarbij op dat dit stuk tot aan de memorie van grieven niet eerder aan de orde is geweest, in het rapport Countus niet wordt genoemd en evenmin door Countus in de beoordeling is betrokken. In tegenstelling tot de balans van 31 augustus 2010 is de balans van 10 september 2010 ook niet door partijen ondertekend. De door Holterman gepresenteerde gang van zaken, aldus Wigchers c.s., past ook niet in het beeld van de onderhandelingen waarbij steeds opnieuw door partijen werd geconstateerd dat er geen betrouwbare cijfers met betrekking tot Waned Beheer konden worden opgesteld. Wigchers c.s. hebben bij mail van 31 augustus 2010 (rov. 2.11.) van [D] aan Holterman nog bevestigd dat geen grip op de cijfers van Waned Beheer kon worden gekregen. Holterman heeft vervolgens tijdens de bespreking van 6 september 2010 te kennen had gegeven slechts een beperkte activa transactie te wensen. (zie prod.1 mvg).
Aanleiding voor het sluiten van de koopovereenkomst is dan ook niet die balans geweest, maar het feit dat tijdens de bespreking van 10 september 2010 de focus werd verlegd en Holterman in staat werd gesteld om de aandelen in WFH Beheer te verwerven (en daarmee het bedrijfspand) en alle aandelen in Waned Beheer. Partijen gingen er destijds vanuit dat in het bedrijfspand een stille reserve zat van € 100,000,- . De koopprijs van de aandelen is een ‘uitruil’ geweest. Holterman kreeg de aandelen in WFH Beheer, met daarin een bedrijfspand met stille reserves. Daartegenover stond de onduidelijke financiële situatie bij Waned Beheer. Met het oog op die onduidelijke situatie waren Wigchers c.s. bereid de veronderstelde overwaarde in het bedrijfspand in WFH Beheer te laten zitten, aldus Wigchers c.s.
4.3.
Het hof overweegt als volgt. In eerste aanleg heeft Holterman aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat Wigchers c.s. jegens haar onrechtmatig hebben gehandeld, omdat zij met de balans per 31 augustus 2010 van WHF Beheer (productie 2 inleidende dagvaarding), zoals aangehecht aan de koopovereenkomst van 10 september 2010, een onjuiste voorstelling hebben gegeven van de waarde van de deelneming Waned Beheer. In hoger beroep heeft Holterman die feitelijke grondslag verlaten en niet langer gesteld dat zij zich bij het aangaan van de koopovereenkomst heeft laten leiden door de balans van WFH Beheer van 31 augustus 2010. Zij heeft aangevoerd dat [J] , handelende namens Wigchers c.s. tijdens een bespreking op 10 september 2010 aan haar een geconsolideerde balans van Waned Beheer heeft verstrekt met de (mondelinge) mededeling dat deze balans de werkelijkheid van de vermogenstoestand van Waned Beheer en haar dochtervennootschappen "nagenoeg" weergeeft en dit redengevend is geweest om de koopovereenkomst te sluiten. In eerste aanleg is die geconsolideerde balans van Waned Beheer niet overgelegd en is de bespreking van 10 september 2010 niet genoemd. De rechtbank heeft die balans en genoemde bespreking dan ook niet in haar overwegingen kunnen betrekken. De grieven en de toelichting hierop richten zich deels tegen overwegingen van de rechtbank waaraan andere feitelijke stellingen van Holterman ten grondslag lagen, die zij thans heeft verlaten. In zoverre heeft Holterman geen belang bij de behandeling van die grieven. Voor zover de grieven mede tot strekking hebben om op basis van de nieuwe feitelijke grondslag te komen tot vernietiging van het vonnis van 25 maart 2015 zal het hof deze beoordelen. Het hof ziet hierin aanleiding de grieven gezamenlijk te behandelen.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat tot 6 september 2010 is onderhandeld over de overname van de aandelen van Wigchers c.s. in Waned Beheer. Omdat Waned Beheer een doorstart betrof na een faillissement in 2009 waren er nog geen jaarstukken opgemaakt. Tot aan 6 september 2010 hebben partijen getracht duidelijkheid te krijgen over de financiële toestand van Waned Beheer, zoals blijkt uit de hiervoor onder rov. 2.7. tot en met 2.11 weergegeven mailwisseling en weergave van de besprekingen. Van de zijde van Wigchers c.s. en van de zijde van Holterman is de administratie van Waned Beheer onderzocht waarbij partijen tot de conclusie zijn gekomen dat de administratie van Waned Beheer en haar werkmaatschappijen dusdanig ondoorzichtig was, dat geen getrouw beeld kon worden verkregen met betrekking tot de financiële toestand van Waned Beheer. Deze conclusie is door Wigchers c.s. vastgelegd in haar e-mail van 31 augustus 2010 (rov. 2.11) en die heeft Holterman gebracht tot het besluit van 6 september 2010, om af te zien van een overname van de aandelen in Waned Beheer en nog slechts een beperkte overname van activa te wensen. De stand van zaken op 6 september 2010 is aldus dat partijen er niet in zijn geslaagd ondanks alle inspanningen betrouwbare cijfers met betrekking tot Waned Beheer boven tafel te krijgen.
4.5.
Tussen partijen is verder niet in geschil dat er geen (inhoudelijk) contact is geweest tussen 6 september 2010 en 10 september 2010 toen op laatstgenoemde datum op uitnodiging van Wigchers c.s. een bespreking tussen partijen heeft plaatsgevonden. Het hof is van oordeel dat zelfs indien, zoals door Holterman is gesteld, [J] tijdens die bespreking (hetgeen door Wigchers c.s. wordt betwist en derhalve niet vast staat) de balans van 10 september 2010 heeft overhandigd en daarbij heeft meegedeeld dat hij de voorraden heeft geteld, de debiteuren heeft doorgenomen en de balans van Waned Beheer van
10 september 2010 de werkelijkheid bij Waned Beheer "nagenoeg" weergeeft, Holterman in de context van de hiervoor in rov. 4.4. geschetste gang van zaken, die uitlatingen en de balans niet op heeft mogen vatten in die zin die hij er thans aan stelt te hebben verbonden, dat wil zeggen als een getrouwe weergave van de financiële toestand van Waned Beheer of als een garantie van de juistheid van die cijfers. In de voorafgaande maanden was het immers, ondanks de inzet van financieel ter zake kundigen, niet gelukt om duidelijkheid over de cijfers te verkrijgen.
Het hof is voorts van oordeel dat indien de balans en de gestelde mededeling van een dusdanig gewicht waren dat zij doorslaggevend waren voor de aankoop van de aandelen het voor de hand had gelegen om dit contractueel vast te leggen. De beweerdelijke uitlatingen en de balans hebben echter niet hun weg gevonden in de contractuele vastlegging. Integendeel. In de koopovereenkomst is zelfs expliciet vastgelegd dat door Wigchers c.s. als verkopers geen garanties worden verleend en er wordt verwezen naar een balans van WFH Beheer, die, met name op het punt van de waarde de deelneming in Waned Beheer, niet aansluit bij de balans van Waned Beheer van 10 september 2010.
4.6.
Gelet op het voorgaande komt het hof aan de verdere beoordeling of de balans van 10 september 2010 door Wigchers c.s. is opgesteld en verstrekt en of [J] de beweerdelijke mededelingen omtrent deze cijfers heeft gedaan, en of deze cijfers juist zijn niet toe. Het tot bewijs daarvan strekkende aanbod van Holterman zal worden gepasseerd, nu hetgeen te bewijzen wordt aangeboden niet kan leiden tot een andere beslissing.
4.7.
De grieven falen, zodat het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.
Als de in het ongelijk te stellen partij zal het hof Holterman in de kosten van het hoger beroep veroordelen. Deze kosten zullen worden vastgesteld op € 711,- voor verschotten en op € 1.788,- voor salaris advocaat conform het liquidatietarief ( 2 punten, tarief II : € 894,-).

5.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 25 maart 2015;
veroordeelt Holterman in de proceskosten in het hoger beroep aan de zijde van Wigchers c.s.
vastgesteld op € 711,- aan verschotten en op € 1.788,- aan salaris advocaat,
verklaart dit arrest terzake de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mr. I. Tubben, mr. J. Smit en mr. P. Roorda en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier op
28 maart 2017.