Uitspraak
De Groot,
Dela,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
3.De slotsom
- Griffierecht: € 1.920,-
- Salaris advocaat:
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep in een huurgeschil tussen T&N De Groot B.V. en Dela Vastgoed B.V. De zaak is ontstaan uit een geschil over de beëindiging van een huurovereenkomst en de verplichtingen die daaruit voortvloeien. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 15 november 2016 vastgesteld dat er op 2 augustus 2012 geen overeenstemming was bereikt over de voorwaarden voor de beëindiging van de huurovereenkomst tussen De Groot en Dela. Het hof concludeerde dat De Groot niet het gerechtvaardigde vertrouwen mocht ontlenen dat er een contractsoverneming zou plaatsvinden, waardoor Dela vrij was om een nieuwe huurovereenkomst aan te bieden aan een derde partij, [C].
In het hoger beroep heeft De Groot grieven ingediend tegen de ontbinding van de huurovereenkomst en de veroordeling tot ontruiming en betaling van achterstallige huur. Het hof heeft echter geoordeeld dat de grieven van De Groot niet opgingen, en dat de kantonrechter terecht de huurovereenkomst heeft ontbonden. De Groot werd veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurtermijnen tot de dag van ontruiming.
Daarnaast heeft Dela een incidentele grief ingediend met betrekking tot de afwijzing van haar vordering tot betaling van toekomstige huurpenningen. Het hof heeft geoordeeld dat Dela, ondanks het gebrek aan onderbouwing van haar grief, in haar recht stond om deze te bespreken. Het hof heeft uiteindelijk de vordering van Dela tot betaling van huurpenningen toegewezen, en De Groot veroordeeld tot betaling van € 4.453,80 per maand vanaf de dag van ontruiming tot 1 augustus 2014. De kosten van het hoger beroep zijn eveneens aan De Groot opgelegd.