Uitspraak
[eiser] ,
[gedaagde],
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
De vordering tot vernietiging wordt ingesteld bij de rechtbank ter griffie waarvan het origineel van het vonnis volgens artikel 1058, eerste lid, moet worden nedergelegd."
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft eiser [eiser] een vordering tot vernietiging ingesteld tegen een arbitraal vonnis dat op 9 juni 2015 is gewezen. De rechtbank Overijssel heeft de zaak op grond van artikel 1064a Rv doorverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, omdat het hof bevoegd zou zijn om van de vordering tot vernietiging kennis te nemen. Echter, het hof heeft vastgesteld dat de arbitrage aanhangig was gemaakt vóór 1 januari 2015, waardoor het oude recht van toepassing is. Dit oude recht bepaalt dat de vordering tot vernietiging bij de rechtbank moet worden ingediend, niet bij het hof. De rechtbank heeft in haar vonnis geoordeeld dat het hof bevoegd is, maar het hof heeft dit oordeel niet gevolgd. Het hof heeft zich onbevoegd verklaard om van de vordering kennis te nemen en heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle. De beslissing van het hof is genomen op 21 maart 2017, waarbij het hof ook heeft bepaald dat de griffierechten zullen worden teruggestort, overeenkomstig de wet.