Uitspraak
1.[appellant1] ,kantoorhoudend te [A] ,hierna: [appellant1] ,2MIEDEMA ACCOUNTANTS B.V.,gevestigd te [A] ,hierna: Miedema B.V.,
Miedema c.s.,
1.MARAN BEHEER B.V.,gevestigd te [B] ,hierna: Maran,2. SRI VASTGOED B.V.,gevestigd te [C] ,hierna: SRI Vastgoed,3. SRI SPECIAAL ROESTVRIJSTAAL INDUSTRIE B.V.,gevestigd te [C] ,hierna: SRI Industrie,geïntimeerden in het principaal hoger beroep,appellanten in het incidenteel beroep,
Maran c.s.,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep.
2.Vaststaande feiten
Met de van Broeders B.V. ontvangen bedragen, een geldlening van de vader van de bestuurder van Maran en een door de Frieslandbank verstrekte financiering, kon begin augustus 2011 het krediet van de Maran-groep bij Rabobank worden afgelost.
3.De procedure in eerste aanleg
De rechtbank achtte de vordering betreffende de buitengerechtelijke kosten onvoldoende onderbouwd en wees erop dat de gevorderde wettelijke rente alleen betrekking had op de buitengerechtelijke kosten. De rechtbank verklaarde voor recht dat Miedema c.s. waren tekortgeschoten in de nakoming van de met Maran c.s. gesloten overeenkomst van opdracht en veroordeelde Miedema c.s. hoofdelijk tot betaling van schadevergoeding, nader op te maken bij staat.
4.Wijziging van eis
5.De bespreking van de grieven in principaal en in incidenteel appel
grief I in het principaal appelleggen Miedema c.s. die vraag in volle omvang aan het hof voor.
a. tussen partijen staat niet ter discussie dat ten gevolge van het verkrijgen door Broeders B.V. van 20% van de aandelen in SRI Vastgoed de fiscale eenheid verbroken zou worden. Het verbreken van de fiscale eenheid was dan ook het voorzienbare gevolg van deze transactie;
b. tussen partijen staat ook vast dat, gelet op het tijdstip van de verbreking van de fiscale eenheid - minder dan 6 kalenderjaren na de overdracht van het bedrijfspand -, op grond van artikel 15ai Wet VPB 1969 vennootschapsbelasting is verschuldigd over, kort gezegd, de stille reserves betreffende dat pand;
c. bij gelegenheid van de comparitie van partijen in hoger beroep is gebleken dat partijen het er inmiddels over eens zijn (aanvankelijk verschilden zij daarover van mening) dat het niet mogelijk is na het verbreken van de fiscale eenheid de fiscale gevolgen van de verbreking ongedaan te maken, bijvoorbeeld door kort na de verbreking de fiscale eenheid weer te herstellen;
d. uit hetgeen hiervoor onder b. en c. is vastgesteld, volgt dat het voorzienbaar was dat in 2011 voor de vennootschapsbelasting moest worden afgerekend over de stille reserves in het bedrijfspand;
e. met de stille reserves was een bedrag van ongeveer € 1.500.000,- gemoeid, derhalve
- uitgaande van een heffing van 20% over € 200.000,- en 25% over het meerdere - een substantieel bedrag aan belastingheffing;
f. [appellant1] is actief betrokken geweest bij de vestiging van de fiscale eenheid en bij de overdracht van het bedrijfspand aan SRI Industrie in 2007. Hij was ook betrokken bij de aandelentransactie met Broeders B.V. in 2011. Hij beschikte dan ook over alle informatie die nodig was om te kunnen vaststellen dat deze transactie leidde tot het verbreken van de fiscale eenheid en de belastingheffing over de opwaardering van het bedrijfspand op grond van het bepaalde in artikel 15ai Wet VPB 1969. Als accountant diende hij op basis van deze informatie ook te weten dat deze belastingheffing het gevolg was van de aandelentransactie;
g. [appellant1] heeft Maran c.s. niet gewezen op de hiervoor onder e. en f. vermelde consequenties van de aandelentransactie;
h. Miedema c.s. hebben, terecht, niet aangevoerd dat [appellant1] er vanuit is gegaan, dan wel er vanuit mocht gaan, dat Maran c.s. bekend waren met deze consequenties;
i. Uit hetgeen bij de vaststelling van de feiten is vermeld over de rol van Miedema c.s., volgt dat de advisering door [appellant1] zich onder meer uitstrekte tot fiscale kwesties. [appellant1] was actief betrokken bij de herstructurering van de Maran-groep in 2007 en bij belangrijke investeringen nadien. Ook was hij actief betrokken bij pogingen om het tij te keren toen de groep in zwaar weer kwam te verkeren, waarbij hij vanuit zijn netwerk een externe financier, Broeders, aantrok. [appellant1] fungeerde dan ook als belangrijke financieel adviseur van Maran c.s.