2.7.[J] (hierna: [J] ), de leverancier van belanghebbende, is eveneens strafrechtelijk vervolgd. Tegenover de FIOD heeft hij op 6 april 2010 onder meer het volgende verklaard:
“Vraag verbalisanten:
Op welke manier voorziet u momenteel in uw levensonderhoud.
Antwoord gehoorde:
Een jaar geleden zijn mijn zaken met [E] uit [F] beëindigd en sindsdien heb ik eigenlijk geen inkomen meer. De reden van de beëindiging met caravanhandel [E] is dat hij er vermoedelijk achter gekomen is dat het niet in orde was met de belasting. De manier waarop ik de zaken afhandelde dat klopte niet omdat ik geen boekhouding had en ik deed verder niets met de administratie. En ik droeg geen omzetbelasting af. Een voor een vielen mijn afnemers van nieuwe caravans af.
Als u vraagt of [E] gelijk had dat het met de omzetbelasting niet in orde was dan zeg ik dat het klopt wat [E] vermoedde. Ik kocht namelijk BTW vrije caravans in van [E] op een BTW nummer dat niet van mij was.
Ik heb aan [E] een BTW nummer gegeven dat ik van internet heb gehaald en dit nummer was van autohandel [K] uit [L] . Ik heb nooit contact met [K] gehad, ik ken hem zelfs niet eens. Ik kocht de caravans belastingvrij van [E] en daardoor waren ze natuurlijk goedkoop en vervolgens werden de caravans onder de margeregeling gebracht door mij en vervolgens verkocht aan Nederlandse caravanhandelaren.
De caravans die ik bij [E] heb gekocht daar heb ik nooit omzetbelasting over betaald. De facturen die ik van [E] kreeg van de door mij gekochte caravans die gooide ik onderweg weg omdat ikzelf toch geen boekhouding bijhield. Als u vraagt aan wie ik de caravans leverde in Nederland dan zeg ik dat ik aan (…) geleverd heb en vervolgens heb ik caravans aan (…) geleverd. Ook heb ik caravans aan de firma [X] in [Z] geleverd maar dit waren er niet zo veel.
Meestal kocht ik caravans op bestelling van mijn Nederlandse afnemers.
De afnemers van mijn caravans konden weten dat het om nieuwe caravans ging die ik verkocht aan hen omdat bijvoorbeeld de gaspitten waren afgeplakt met plastic en de toiletpot was met plastic afgeplakt en de koelkast ook.”
“Vraag verbalisanten:
U hebt aangegeven dat u voor de caravans die u bij [E] inkocht facturen opmaakte op naam van Handelsonderneming [C] .
Tot wanneer hebt u van die facturen gebruik gemaakt.
Antwoord gehoorde
Ik heb die facturen gebruikt tot ze op waren, ik denk tot twee jaar geleden. (…)
Op de factuur staat vermeld: Margewagen”. Daar stonden mijn afnemers op dat moest op de factuur staan.
Als ik het over mijn afnemers heb, dan bedoel ik [A] in [Z] , (…). Soms was ik dat vergeten en dan moest ik dat later op verzoek van (…) of de andere afnemers alsnog doen.
Dit moet ik er wel bij vertellen dat ze, en dan bedoel ik (…) [A] , heel goed wisten dat ik ze nieuwe caravans leverde.
De facturen die u mij toont heb ik geschreven. Dus ik heb de facturen op naam van Handelsonderneming [C] gewoon gebruikt ook nadat ik in 2005 de onderneming had beëindigd.
(…)
Ik heb er natuurlijk wel lekker aan verdiend maar ik heb ze hen best wel goedkoop verkocht. Als er op een caravan bijvoorbeeld 1900 euro BTW zat dan nam ik bijvoorbeeld 1000 euro winst en dan hadden zij ze toch nog 900 goedkoper dan via de officiële weg. Ook kreeg ik via [E] korting van 3 tot 5 procent die ik doorgaf aan mijn afnemers.
Ik heb mijn klanten nooit voorgelogen, ze wisten allemaal dat het nieuwe caravans waren.
Ik heb [E] op een gegeven moment verteld dat ik inkoper van [K] was en hem het BTW nummer van [K] gegeven. Ze hebben altijd alleen met mij te doen gehad en nooit met [K] .
Ik had geen geld om caravans in te kopen, maar het waren caravans die ik direct doorverkocht en had ik het bedrag dat ik ’s morgens uit gaf, ‘s avonds weer in de zak.
Bij die caravans waren natuurlijk nooit kentekens, omdat [E] pas op het moment dat ik de caravan kocht de caravan op naam zette.
Ik leverde de caravan af met een kopie van de Duitse voertuigbescheiden. Daar stond dan de tenaamstelling van [E] nog niet op.
De originele Duitse voertuigbescheiden met de tenaamstelling van [E] stuurde ik na of ik nam ze de volgende keer mee als ik weer een caravan bracht.
Ik leverde alleen Hobby caravans.
Vraag verbalisanten:
Wij tonen gehoorde een factuur op naam van Handelsonderneming [C] d.d. 16 april 2004 en vragen: wat kunt u hierover verklaren.
Antwoord gehoorde:
Dat was in de tijd dat mijn onderneming nog bestond. Ik heb alle facturen die betrekking hebben op caravans die ik bij [E] heb ingekocht en met gebruikmaking van de margeregeling weer heb verkocht weggegooid. Van deze facturen heb ik niets opgenomen in de administratie van mijn onderneming.
(…)
Van alle caravans die ik bij [E] heb ingekocht en aan (…), [A] en (…) onder de margeregeling heb verkocht heb ik nooit de BTW aangegeven en afgedragen. De inkoop bij [E] kon ik niet verwerken omdat ik dat deed op naam en BTW nummer van [K] zoals ik al heb verklaard en de verkoop heb ik ook nooit in een administratie opgenomen of aangegeven middels een aangifte omzetbelasting.”
“Wij tonen gehoorde [J] een factuur D-T–007 d.d. 27-07-2005. Dit betreft een factuur van Handelsonderneming [C] aan [A] / [X] te [Z] (ov) voor de levering van een caravan, merk Hobby met het voertuig identificatienummer [00000]
Vraag verbalisanten:
Kent u deze factuur? Zo ja wat kunt u hierover vertellen?
Antwoord gehoorde:
Dit gaat ook om een nieuwe caravan, die ik aan [X] heb verkocht. Ik kan dit wederom aan het identificatienummer zien in relatie met de datum van de factuur.”
“Noot verbalisanten:
Wij tonen gehoorde 18 facturen (D-B-10 tot en met D-B-28) op naam van Handelsonderneming [C]
Het betreft facturen uit het jaar 2004 tot en met 2009, (drie facturen per jaar)
Vraag verbalisanten:
Deze facturen hebben wij aangetroffen in de inkoopadministratie van (…), en [X] vof.
Op elke factuur staat vermeld dat het een “Margewagen” betreft. Uit ons onderzoek is naar voren gekomen dat al deze facturen betrekking hebben op caravans die nieuw en ongebruikt waren op het moment dat u de caravan aan deze afnemers verkocht.
Wij vermoeden dat u deze facturen opzettelijk vals hebt opgemaakt en afgeleverd aan (…) en [X] vof terwijl u wist dat deze facturen bestemd waren om ten onrechte als bewijs te dienen dat de caravans gebruikt waren terwijl ze in werkelijkheid nieuw waren.
Wat kunt u daarover verklaren.
Antwoord gehoorde:
Ja dat klopt ik heb daaraan meegewerkt op verzoek van afnemers en daarom marge vermeld terwijl ik wist dat het een gewoon een nieuwe caravan was. (…)”
En op 3 mei 2010 heeft [J] onder meer het volgende verklaard:
“Vraag verbalisanten:
Wie heeft de naam en adres gegevens van de verkopers verzonnen?
Antwoord gehoorde:
“Het zou kunnen dat ik ooit een of twee namen en adressen heb aangeleverd maar meer absoluut niet. Het verhaal is dat zij van mij de nieuwe caravans kochten en dat [X] zelfde inkoopverklaring erbij moest maken.
Ik weet zo niet meer welke een namen ik heb verzonnen. Wat mij opvalt is dat op de inkoopverklaring met nummer D-T.01-03 en D-T -01 12 respectievelijk de namen [M] en [E] AG staan. Dat zijn beide Duitse Firma’s en die zou ik natuurlijk zelf nooit op de inkoopverklaring zetten. Ik zie verder nog op D-T-01-1 7 staan Caravan [N] en op D-T-01-02 de FA [O] . Ik vind het niet netjes dat ze dit op mij af schuiven en dat ik dit zou hebben gedaan. Ik zou namelijk nooit zo dom zijn om bedrijfsnamen op te geven dat lijkt me duidelijk. Aan de andere kant vind ik het wel heel dom van [A] om dit op deze manier te doen want dat is vragen om problemen, omdat je deze ondernemers als ze al bestaan ook kan vragen naar de aankoop. Daarnaast is het zo dat bij aankoop van ondernemers een factuur wordt afgegeven en dan hoef je geen inkoopverklaringen op te maken.”