ECLI:NL:GHARL:2017:2255
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. de Witt
- A. Arntz
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake bestuursrechtelijke sanctie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, die op 22 april 2016 een beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had beroep ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie. De kantonrechter had de betrokkene de gelegenheid gegeven om nadere beroepsgronden in te dienen, maar deze mogelijkheid is niet benut. De gemachtigde van de betrokkene stelde dat de kantonrechter de betrokkene niet op behoorlijke wijze in de gelegenheid heeft gesteld om de gronden van het beroep in te dienen en dat het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden. Het hof oordeelt echter dat de kantonrechter correct heeft gehandeld en dat de betrokkene voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt naar voren te brengen. De gemachtigde heeft geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheden en is bovendien niet verschenen op de zitting. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af. De uitspraak van het hof is gedaan op 17 maart 2017.