Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
€ 14.273,76. Het hof verwijst in dat verband naar de schadeberekening in punt 8 van het rapport dat door de deskundigen is opgemaakt, weergegeven in rov. 5.15 van het tussenarrest. [appellant] heeft tegen een aantal van de in die schadeberekening opgenomen componenten bezwaren. Het hof zal bij de beoordeling de door de deskundigen gemaakte onderverdeling in de categorieën - ‘arbeid’, ‘materiaal’ en ‘overig (overgenomen uit rapport)’ - volgen.
arbeid
€ 2.546,-, € 608,- en € 600,- derhalve € 3.754,- exclusief BTW. Nu niet gesteld of anderszins is gebleken dat [geïntimeerde] aan haar in rekening te brengen BTW kan verrekenen, zal het hof de schade voor wat betreft de post arbeid als uitgangspunt begroten op € 4.542,34 inclusief BTW.
materiaal
€ 6.005,36 inclusief BTW als schade begroten. Ook hier zal het hof er om eerder genoemde redenen vanuit gaan dat [geïntimeerde] BTW verschuldigd zal zijn.
overig
€ 7.500,-, ongeveer tweederde deel van het begrote schadebedrag.
€ 14.273,36 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening en doet
in zoverreopnieuw recht:
[geïntimeerde] , welke kosten worden vastgesteld op € 704,- voor verschotten en op € 384,- voor salaris advocaat, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;